Zij hobbelden in het najaar van 1813, in oorlogstijd, twee keer met hun koetsje over modderige weggetjes van Horssen naar Overasselt om hun verzoek om huwelijksdispensatie kracht bij te zetten.
Peter Bernts wilde hertrouwen met Hendrika van de Geijn, een nicht van zijn overleden vrouw Jenneke. Volgens het kerkelijk recht kon je alleen met dispensatie van de paus trouwen met een neef of nicht van de overleden huwelijkspartner.
Waarom gingen Peter en Hendrika voor zo’n dispensatie naar pastoor Hermans in Overasselt? Hermans was in 1813 vicaris-generaal geworden van de apostolisch vicaris van Grave-Nijmegen, Jan B.R. baron van Velde. Daarmee was Hermans de op een na hoogste bestuurder van dit Apostolisch Vicariaat. Omdat Van Velde ziekelijk was, was Hermans feitelijk de hoogste bestuurder. Als kerkmeester in Horssen wist Peter heel goed waar hij moest zijn.
Hermans verleende twee keer audiëntie aan Peter en Hendrika. Na het tweede bezoek stuurde hij op 21 december 1813 een verslag van de bezoekjes en voorstellen voor de afwikkeling van het verzoek aan de officiaal van het Apostolisch Vicariaat. Die officiaal, de functionaris die verzoeken om dispensatie beoordeelde en naar Rome doorstuurde, was de deken van Cuijk, Jacobus Kerstjens.
|
Gerardus Hermans (Brabant Collectie)
|
Peter en Hendrika hebben hun dispensatie gekregen, vooral omdat Hendrika bij de tweede audiëntie zwanger bleek te zijn. De huwelijkskandidaten bekenden zelfs dat ze daar bewust voor hadden gezorgd om de dispensatie gemakkelijker te krijgen! Op 12 juli 1814 trouwden ze voor de burgerlijke stand. Ze kregen elf kinderen.
In 1824 werd pastoor Hermans apostolisch vicaris in Grave-Nijmegen. Hij verhuisde naar de Rogstraat in Grave en werd ook pastoor aldaar. In 1826 kreeg hij een nieuwe kapelaan: een zekere Adam (1802-1868), de 24-jarige zoon van … Peter Bernts. Adam Bernts was veertien jaar kapelaan onder pastoor Hermans. Peter Bernts en zijn vrouw Hendrika gingen in die periode natuurlijk wel eens naar Grave, om hun ‘heerzoon’ te bezoeken. Zij kwamen dan op de pastorie aan de Rogstraat een oude bekende tegen. Mogelijk hebben ze met pastoor Hermans nog eens herinneringen opgehaald aan de twee memorabele ontmoetingen die ze vroeger hadden gehad.
In 1840 volgde Adam Bernts Gerardus Hermans op als pastoor van Grave. Hij bleef dat tot 1865.
Lees hier het volledige verhaal en een transcriptie van de brief van pastoor Hermans
|
Adam Bernts, geschilderd door Carel Joseph Grips (part. collectie)
|