Vroeger werden op de Heuvel regelmatig veemarkten gehouden en wie daar een paard wilde kopen, kon het dier in de Monsterstraat laten proeflopen alvorens eventueel over te gaan tot aankoop. Vandaar dat 170 jaar geleden iedereen het bewuste straatje kende als Paardenstraatje. De huidige Heuvelstraat heette toen Bosschestraat, die richting Boschpoort en stadsgracht liep. Het Gengske was er ook al, zij het dat het toen Kerkpad werd genoemd, maar ook: De Hel.
Paardenstraatje
In de loop van 1847 duiken berichten op over wateroverlast in het Paardenstraatje. Binnenstadsbewoner M. Zonnenberg wil dat er iets aan gedaan wordt en stuurt een verzoekschrift richting gemeentebestuur. Metselaar P. Kuijten denkt het probleem te kunnen oplossen door middel van een stenen riool door het Kerkpad, dat recht tegenover het Paardenstraatje ligt. Het overtollige water zou zo kunnen worden geloosd in de stadsgracht aan het eind van het Kerkpad. Maar dit plan kost wel ƒ 315,50, volgens de gemeente teveel geld. Vandaar dat burgemeester Van der Steen een beroep doet op een deskundige van buiten Oss: de hoofdingenieur van Provinciale Waterstaat, De Geus.
Deze neemt samen met de burgemeester de situatie in ogenschouw en noteert op 24 november 1847 zijn bevindingen. Afwateren via een gemetseld riool door het Kerkpad is geen goede oplossing. Alle graafwerk in het eerste stukje van dat pad, dat krap één meter breed is en daarom De Hel wordt genoemd, is riskant: de bouwvallige muren van de huizen aan weerszijden kunnen dan zomaar instorten. Nee, volgens De Geus kun je beter het Paardenstraatje ophogen, met gootjes aan weerszijden van een nieuw bestraat voetpad. Het water moet dan rechtsaf de Bosschestraat in. Deze straat loopt enigszins naar beneden, zodat het water via een straatgoot richting Boschpoort kan worden geleid, waar het vervolgens in de stadsgracht stroomt. Op 13 december 1847 stemt de gemeenteraad in met het voorstel van De Geus, dat in elk geval minder kost dan het plan-Kuijten.
Dit verhaal verscheen eerder in Brabants Dagblad
