Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Tekst: Anita Koster en Nel Willekens
Overal ontstonden initiatieven om vrouwen te bemoedigen bij hun emancipatieproces. Het meeste gebeurde in groepsgesprekken: Hoe gaat het met jouw emancipatie? Heb je inspiratie en steun nodig? Deze processen zouden twintig jaar lang in velerlei vormen plaatsvinden.
In de vrouwenpraatgroepen ontdekten vrouwen dat veel van hun ervaringen gemeenschappelijk waren (het persoonlijke is politiek). Daarnaast kregen zij de behoefte om ook buiten de praatgroepen zonder mannen bij elkaar te komen en gezamenlijke activiteiten te ontplooien. Dat leidde tot het opzetten van vrouwentrefcentra, vrouwencafés en vrouwenhuizen, maar ook tot het opzetten van vormingscursussen ('Hoe zeg je wat je denkt') en cursussen voor maatschappelijke en politieke vorming. Deelname aan deze cursussen moest leiden tot bewustwording.
De 'bewustwordingspoot' van de vrouwenbeweging werd breed opgepakt. Zo kwam de provincie met een provinciaal VOS-project (Vrouwen Ontdekken de Samenleving), dat cursussen opzette tot in de kleinste gemeenten. De Volkshogeschool Noord-Brabant in Oisterwijk leidde hiervoor honderden leidsters op. De beweging Vrouwen in de overgang (VIDO) zag het licht. De werkgroepen van VIDO waren in alle steden actief en organiseerden vele gespreksgroepen. Organisaties zoals Brood en Rozen (Den Bosch) en Het Vrouwenkruidt (Eindhoven) zouden vijftien jaar lang werkzaam zijn.
Ook in reguliere instellingen werd met praatgroepen gewerkt. In de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen en de Rooie vrouwen van de PvdA deden ze het bijvoorbeeld. In vele buurthuizen werden vrouwen over zichzelf aan de praat gebracht, waarbij met name het vrouwenwerk van het Welzijnsproject-Oost in Den Bosch grote bekendheid kreeg.
Vanaf het begin waren er ook activiteiten gericht op het opvangen van vrouwen. In Brabant ontstonden de zogeheten Blijf-van-mijn-Lijf huizen in Breda, Tilburg en Eindhoven, en een Vrouwenopvanghuis in Den Bosch.
De actiegroepen ‘Tegen Haar Wil’ en ‘Vrouwen tegen sexueel geweld’ protesteerden luid tegen het bestaande geweld tegen en misbruik van vrouwen, onder andere door zogeheten Heksennachten te organiseren. Ook kwamen talrijke vrouwenzelfhulpgroepen bijeen, om een gezamenlijk probleem te bespreken en op te lossen. In Eindhoven gebeurde dat bijvoorbeeld rond Overgang, Medicijngebruik, Anorexia, Postnatale depressie en Vrouwen Zonder Baarmoeder.
De FORT (Feministische Oefengroepen Radicale Therapie), de DES-dochters en de Vereniging tegen seksuele kindermishandeling waren in allerlei steden binnen en buiten Brabant actief. Bij deze initiatieven stond ervaringsdeskundigheid centraal.
Vanaf 1979 kwam een alternatieve vrouwenhulpverlening op gang, gericht op de ontwikkeling en het ovedragen van deskundigheden. In Brabant gebeurde dat in de vrouwentherapiecentra van Balsemien (Den Bosch), Kassandra (Eindhoven) en Lilith (Tilburg). Maar ook bij Brood en Rozen in Den Bosch kwam in de jaren tachtig, met de komst van twee betaalde krachten, de hulpverlening centraal te staan. Deze centra waren alle minstens tien jaar werkzaam. Daarna droogde de geldstroom op.
Naar het thema Rebellerende vrouwen
We werden 'broodfeministen' genoemd. Niet voor iedereen een geuzennaam, maar voor ons een vanzelfsprekend gegeven. Alledrie waren we opgegroeid in een ondernemersgezin van vlak na de oorlog, maar ook in een situatie waarin onze moeders met hun beroep moesten ophouden toen zij trouwden.
Mijn hele leven heeft in het teken gestaan van bewustwording. Dat begon al op jonge leeftijd toen ik ontdekte dat ik verliefd werd op vrouwen. Dat was zo’n schok, dat ik het gevoel had niet meer bij mijn vertrouwde wereld te horen.
Tussen 1975 en 1987 voltrok zich binnen de vrouwenbeweging een stille revolutie, die naar buiten toe niet onopgemerkt bleef. Steeds meer heterovrouwen gingen over tot een lesbisch bestaan. Ik was daar één van.
Het begon allemaal in 1975. Ineke Thomeer, zelf werkzaam in de GGZ, schrikt van het grote aantal vrouwen dat aan de slaap-, kalmerende en stimulerende middelen verslaafd is geraakt. Ze start in Eindhoven binnen de toenmalige PSP een werkgroep gezondheid die zich hiermee gaat bezighouden.
Ik kwam voor het eerst op de volkshogeschool tijdens de vrouwenleerdagen van 1975. Dat waren cursussen van een week voor uitsluitend vrouwen. Ze werden gegeven op de volkshogescholen Drakenburgh in Baarn en Noord-Brabant in Oisterwijk en waren opgezet door Etie Wolf, An Luttikholt en Anja Meulenbelt.
Wil Onderdenwijngaard-van de Sandt, geboren in 1928, werd al in de jaren zestig in de vrouwenbeweging actief. Ze is een van de laatst overgeblevenen van de generatie vrouwen in Tilburg die in 1972 de Vrouwenraad hebben opgericht.
Veel mannen moesten er niets van hebben dat hun vrouw iets leerde over zichzelf en de maatschappij. En daarin werden die mannen dan ook nog gesteund door hun moeders. Echtgenoten en schoonmoeders maakten het de vrouwen regelmatig lastig thuis.
Klik hier om terug te gaan naar de startpagina Rebellerende Vrouwen.
Heb je vragen? Zoek je informatie? Of wil je wat delen? Neem dan contact met ons op: