Notaris-, schepen- en andere akten

1 Missive van de magistraat van ’s-Hertogenbosch verwijzend naar de interpretatie van de punten van het plakkaat van de Ho: Mo: onlangs uitgegeven tot wegneming van de wanorde in de secretarieën van de steden en dorpen van Brabant en de landen van Overmaze en men gaat pas tot publicatie over als een besluit is gevallen over die punten; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken. – zie ook 3 februari 1685

2 Rekest van Adriaen Bernagie drossaard te Tilburg inhoudende ‘klachten dat hy om geallegeerde redenen niet alleen in ’t particulier van den Heer van Tilburgh alle affronten [= verkorting, belediging, hoon, eerroving] en kleynigheden was lijdende maer oock de justitie in ’t generael, ja soo verre dat geen schepens meer wierden aengestelt, tenzy aen den Heer ofte sijn gemachtighde doende beloven den suppliant in alles contrarie te zyn ende was ’t doenlyck te ruïneren, als te sien was uyt de attestatie aan de voors. requeste geannexeert onder no.1; dat de wetten van den lande soo verre wierden gevilipendeert [= veracht, versmaad] dat den voorn. Heer van Tilburgh papisten authoriseerde om, in cas van pretense onwilligheydt van den drost, den eedt af te nemen en selfs publicatie te doen, ghelyck bleeck uyt de stucken onder no.2; dat wyders enen Victor van Beugen , mede papist, sich soo verre verstout hadde om op den 28e deses den eedt af te nemen van Jan van Ophuysen als president-schepen en dat in notoire vilipendie aan haer Hoog Mog: dilliberanten principe of hy Ophuysen eligabel was of niet als zynde door haer Hoogh Mog: resolutien van deen 19 january, 2 february en den eersten april 1682 albereyts rechtvaerdelijck gecasseert, om dat paepsche schepenen in het selve jaer 1682 mede teghens protest van den suppliant den eedt hadde afgenomen; versoeckende om geallegeerde redenen dat haer Hoogh Mog: tot voorkominge van soodanige exorbitantien als uyt nr.1 bleecken, een exempel geliefden te statueren en den suppliant teghens de penitieuse machinatien van den voornoemden Heer van Tilburgh, des selfs gevolmachtighde en verdere papisten soodanigh te maintineren, dat den suppliant haar Hoogh Mog: orders prompelijck konde doen achtervolgen, de quaetwillige houden in haer devoir ende die van de Gereformeerde Godsdienst teghems d’onderdruckingen der papisten kone beschermen, ende ten opsichte van den voornoemden Jan Ophuysen,

3 Missive van ontvanger Lintworm geschreven te ’s-Hertogenbosch op een rekest van Daniel Stanssen Molenmaeckers die de Ho: Mo: verzoekt om een collatie van drie kleine beurzen gefundeerd door Gijsbertus Coeverincx [er staat Coevernicx] op zijn zoon Hendrikus Molenmaekers te approberen.

4 Missive van hoogschout Raesfelt geschreven te ’s-Hertogenbosch op de 7e betreffende het gedrag van Johan Schellincx vorster te Eersel Duizel en Steensel