Notaris-, schepen- en andere akten

9 aardig stuk voor hen die geïnteresseerd zijn in militaire historie met name voor de afdeling artillerie

10 Rapport van secretaris Van Slingelandt op een rekest van Hendrik van Rijp als gemachtigde van Thomas de Leeuw tot het waarnemen van het drostambt van Geffen in de periode dat de drost zelf absent is verzoekende executoriaal ten laste van de vorster Hendrick Riemsdijck over fraude van het klein zegel omtrent een bepaald relaas of attestatie betreffende het huwelijk van Jan van den Boogaert en Hester Peter Dircx en het bericht en tegenbericht in die zaak; men gaat akkoord met het executoriaal

11 Rapport van de heer Renswoude en secretaris van Slingelandt na onderzoek van de rekesten van de predikanten der Nederduitse Gemeente te ’s-Hertogenbosch met het verzoek aan de Ed: Mo: om de gemeijnten van de schansen Isabella en St.Anthony met die van de stad te combineren op basis van het traktement wat daartoe staat; idem die van het classis van ’s-Hertogenbosch verzoekende om authorisatie tot het beroepen van een andere predikant in de forten in plaats van Georgius Wilhelmus Sohnius die van daar is beroepen tot Boxtel en ze brengen in dat de Ed: Mo: niet gelieven het verzoek en voorstel van de predikantern van de Nederduitse Gemeente toe te staan zonder hen te raadplegen en hun beschouwing daarin mee te nemen; voorts een rekest van Georgius Wilhelmus Sohnius verzoekende predikant te mogen blijven op de forten en dat de Ed: Mo: aan het classis toestaan een andere predikant te beroepen voor Boxtel en ten slotte nog een rekest van Johan Lissanet commandeur van het fort Isabella seconderende het verzoek van genoemde predikant; men laat de keuze aan het classis nl. of iemand beroepen te Boxtel of op de forten en het rekest van Sohnius wordt doorgestuurd naar het classis

12 Rekest van Robbert van Walcheren gehuwd met Mechelina van Arnhem en uit doen hoofde eigenaar van 1/3 en 2/3 als vruchtgebruiker van het gedemolieerde fort van Crevecoeur met de opstal daarop staande, als ook mr. Quirinus Crollius advocaat en raad van de stad als testamentair executeur van Hendrik van Arnhem de Jonge, te kennen gevende dat haar Ed: Mo: bij resolutie van de 20 december 1701 hebben goedgevonden dat de 1e suppliant conform zijn koopcontract zou hebben te ontruimen niet alleen de grond van fort Crevecoeur wederom van ’s lands wegen ingenomen maar speciaal ook het huis en de opstal, mits door de generaliteit vergoed wordt ¼ van de kooppenningen en de Ed: Mo: wordt verzocht die vergoeding aan hem uit te keren; de Raad beslist te blijven bij de resolutie van 20 december 1701 en het verdere verzoek af te wijzen