Notaris-, schepen- en andere akten

1 Missive van Ant. Martini pensionaris der stad ’s-Hertogenbosch aangevende dat bij de 1e sessie die de drie door haar Ho: Mo: in 1759 aangestelde schepenen aldaar dezelfde de eed hebben afgelegd volgens het plakkaat van 10 december 1715 tegen corruptie en die hun namen hebben laten registreren ; dat inmiddels de regenten van de stad die gecompareerd waren in de 1e stadsvergadering gehouden na de verandering van de schepenstoel door haar Ho: Mo: gedaan voor het jaar ingegaan met het octaaf van Bavonis 1759 waarop nog eens een eed werd afgelegd conform art.11 van het reglement van 29 april 1673.

2 Missive van de schepenen gezworenen en raden van de stad ’s-Hertogenbosch i.v.m. het formeren van een concept-reglement op de manier van procederen in criminele zaken – zie ook resolutieboek inv.nr.97, folio 97.

3 Rekest van G.S.Grave van Hogendorp Heer van Tilburg en Goirle inhoudende zijn belang op het rekest van de regenten en drossaard van Tilburg en Goirle met verzoek tegen de regenten op kosten van de gemeente te mogen procederen.

4 Missive van L.J.Smits en W.B.Martini gewezen president-schepen en oudste raad van de magistraat van ’s-Hertogenbosch inhoudende dat wanneer zij bij missive van de 17e augustus aan haar Ho: Mo: hadden voorgedragen hun consideratie ter uitvoering van orders vervat in het 3e art. van het reglement door haar Ho: Mo: tot redres van Politie Justitie en Financiën der stad van 29 april 1673 en het 2e art. van haar Ho: Mo: ordonnantie van 27 juli 1685, die was gezonden aan de Raad van Brabant en die had het op haar beurt overhandigd aan de advocaat fiscaal van Brabant Van der Esch die door zijn beëdigde klerk F.A.Munster op 19 november 1759 aan procureur Nederburgh , agent van de voornoemde stad, een memorietje ter hand had laten stellen als reactie op de missive van L.J.Smits en H.B.Martini [met veel details].