Notaris-, schepen- en andere akten

1 Bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant Wevering van Holij op een rekest van de regenten van Hoge Mierde in kwartier Kempenland over de bouwvallige staat van de spits van hun toren en enig muurwerk van de kerk [met veel details]

2 Bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant Wevering van Holij op een rekest van de regenten en borgemeesters van de 16 gecondemneerde dorpen in kwartier Oisterwijk en dus 3/5 van de stemhebbende leden in dat kwartier waarbij die verzoeken dat de Ed: Mo: bij elucidatie [verlichting] van het 1e en 2e art. van het reglement over de vier Meierijse kwartieren van 7 februari 1714 gelieven te ordonneren dat alle kwartiersvergaderingen van kwartier Oisterwijk zullen moeten worden gehouden op het raadhuis van Oisterwijk met last aan de kwartierschout van Oisterwijk of diens stadhouder om vanaf nu voortaan alle kwartiersvergaderingen te beleggen op het genoemde raadhuis, waarop gedelibereerd en uit het bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen aan haar Ed: Mo: is voorgekomen ten eerste, dat al sedert enige jaren een aparte kamer, gesepareerd van het huis van de stadhouder is gebruikt voor de kwartiersvergaderingen en dat voor 25 gl. jaarlijks en ten tweede dat niet duidelijk blijkt dat het raadhuis te Oisterwijk, dat alleen door die van Oisterwijk Haaren Udenhout Berkel Enschot en Heukelom is geapproprieerd is, door het gehele kwartier tot het houden van de kwartiersvergaderingen gebruikt zal mogen worden zonder daarvoor iets te contribueren, waardoor haar Ed: Mo: in onzekerheid blijven of door het toestaan van het verzoek van de supplianten meer menage [huishouding, huisraad, huiselijkheid] zal kunnen worden gepraktiseerd en is goedgevonden en verstaan de heren Van den Broek en Bodel als haar Ed: Mo: gecommitteerden die op de verpachting der tienden komen te verzoeken en te kwalificeren om ten tijde van haar aanwezigheid in ’s-Hertogenbosch informatie in te winnen over bovengenoemde kwestie en degenen van wie zij het nodig achten ook daadwerkelijk te horen en verslag te doen aan de Ed: Mo: van hun bevindingen

3 Rekest van de regenten van Hoogeloon en Casteren welke dorpen op 11 juni 1737 zijn getroffen door een verschrikkelijk onweer met hagel waardoor hun gewassen als rogge, boekweit, haver, gerst, als hof- en boomvruchten en ook hun hooigewassen en weiden geheel waren verhageld zodat ze er nauwelijks iets van genoten hebben en verzoeken nu om remissie

4 Rekest van de regenten van Helvoirt Haaren en Udenhout in het kwartier van Oisterwijk met een verzoek om remissie vanwege de schade die hen is berokkend door een zwaar onweer op de 21e juni