Notaris-, schepen- en andere akten

1 Scheiding en deling tussen de kinderen en erfgenamen van weduwe eerst van Aart Nijs en laatst van Quirinus Verlangel, gewoond hebbende te Lith; voor schepenen van Lith verschijnen Willem Nijs, wonende te Oss en Steven Nijs, wonend te Lith broers. Het betreft: land in Janshoef; in de Voorste Middelste hoeven; een boomgaard; land genaamd de Veermorgen; in de Engwijkse hoeven; de Agterste pas aan Spapenhoef; in Bertenkempke; in den Breeden weg genaamd de Meesterbeemden; in Civitscamp; in de Hooge hoeven; huis, hof en erf te Lith; land in de Leege hoeven; den Voorsten hondpas; in den Brouwer; in Slappenhoff; land genaamd de Bulgeren; op de Pooledere.

2 Ondervraging ter requisitie van Gijsbertus van Drunen, molenaar wonende te Lith, van François van der Borght, regerend schepen te Lith in de zaak van L.C.G van Duuren, zich noemende advocaat en landschrijver te Ravenstein, eiser en aanlegger en Gijsbertus van Drunen; in 1786 woont van Duuren te Uden, waar hij op 15-11-1786 een bode stuurt voor Johannes Smits vanwege een som ten laste van Gijsbertus van Drunen. De molenaar wordt gevraagd of hij toen is aangesproken ten herberge van de nu wijlen Jan Richel en of de molenaar van Uden A van Gemonde, daarbij present was, hetgeen hij bevestigt.

3 Meester Dirk Luijcx van Breugel, secretaris van heerlijkheid Lith en Johanna Maria Lieshout, echtelieden wonende te Lith maken testament op langstlevende, waarbij eerste comparant teniet doet besloten testament van 19-1-1789 voor schepenen van Heesch, alsmede de huwelijkse voorwaarden opgemaakt 26-8-1791 voor schepenen van Vlijmen en bepalen, dat langstlevende zal zijn voogd over kinderen die uit dit huwelijk zullen voortkomen.

4 Ondervraging van Aart Evers, 44 jaar smid; Peter de Bijl, 32 jaar huisman en Dirk Ackermans, 30 jaar vorster allen wonende te Lith ter requisitie van Willem Verheijen, thans nog wonende te Lith; hen wordt gevraagd of laatstgenoemde als goed en eerlijk man bekend staat, hetgeen ze bevestigen, alsmede bekennen ze Johannes Schuurmans, wonend te Kessel te kennen en op 9-11-1791 zich samen bevonden hebben bij het werkhuis van Aart Evers en gehoord hebben, dat Schuurmans de requirant heeft uitgemaakt voor koedief, maar dat hen verder niets bekend was.