
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De molen bestond een tijdlang uit twee delen, ieder met een eigen rad. Het ene deel van de molen lag op Dommelens, het andere op Valkenswaards grondgebied. In de olie- en schorsmolen werd lijnzaad geperst tot olie en veekoeken en werd eikenschors vermalen tot “run”, dat in de leerlooierij werd gebruikt. Dit deel is in 1938 afgebroken. In de andere, nog bestaande molen werd graan gemalen.
In 1747 was het Franciscanessenklooster Sint-Agnetendal in Arendonk (nu België, toen Oostenrijks Brabant) eigenaar. De boeren uit Staats-Brabant mochten daarom hun graan niet meer laten malen op deze molen. Op 22 juli 1749 kocht Jan Janszn Keunen (1712-1802) de molen als belegging en verpachtte hem. Datzelfde deed hij met de watermolen in Westerhoven.
De Dommelse watermolen bleef vier generaties in de familie. Tweede eigenaar Johannes Janszn Keunen (1758-1830) werd burgemeester van Dommelen, twee van zijn broers werden fabrikant in Eindhoven. In 1860 deed de familie de Dommelse watermolen van de hand.
Op dat moment woonde Joannes Evert Keunen (1807-1879) nog in het molenhuis, dat eigendom was van zijn broer Johannes Hendricus Keunen (1800-1866). Als burgemeester van Dommelen en gemeentesecretaris van Valkenswaard verhuisde hij naar Valkenswaard. Het verhaal gaat dat hij om die reden de watermolen niet meer wilde zien, terwijl hij er vaak langs moest om naar zijn werk te komen.
Hij liet daarom op eigen kosten wat verder stroomopwaarts een tweede brug bouwen, die Burgemeestersbrug werd genoemd. Die brug is later weer gesloopt.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maalden pachter Ceel van den Eijnden en zijn zoon Pau illegaal graan voor de dorpelingen. Verder verborgen zij er onderduikers. Na Pau kwam Maurice van den Eijnden als derde generatie molenaar in de molen te staan.
In 1968 kwam de Dommelse watermolen in handen van de Belgische bierbrouwerij Stella Artois, die er een horecabedrijf in wilde vestigen. Toen dat onmogelijk bleek, verkocht de brouwerij de molen aan de gemeente Valkenswaard. De restauratie die daarop volgde, werd in 1977 voltooid. Tot 1977 werd er nog meel geproduceerd voor bakkerijen en voor mengvoeder en na de restauratie voor hobbybakkers en speciaalvoeders. Tegenwoordig wordt er alleen nog op vrijwillige basis gemalen en is de molen vooral een verkooppunt van de "Dommelsche Watermolen".