Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Sluizen en stuwen zijn er in soorten.
Met spuisluizen wordt overtollig water uit een gebied geloosd en voorkomen dat 'buitenwater' weer terug het gebied in stroomt.
In gebieden waar eerder meer water nodig is wordt wel de inlaatsluis gebruikt. Wil je een gebied onder water kunnen zetten, bijvoorbeeld om het land te verdedigen, dan heet zo'n inlaatsluis ineens inundatiesluis.
En ten slotte: als je water tegenhoudt, dan ontstaan er hoogteverschillen boven en onder de barrière, die dan stuw wordt genoemd. Is er scheepvaart op die rivier of in dat kanaal, dan worden bij een stuw een of meer schutsluizen aangelegd. Daarmee kunnen de schepen het hoogteverschil overbruggen.
Bij schutsluizen staan de deuren van de sluis licht haaks op elkaar. Zo zorgt de grote druk van het buitenwater dat de deuren niet geopend worden. Schepen varen de sluiskolk in, waarna het waterpeil op het niveau van het binnen of juist het buitenwater wordt gebracht. Daarna gaat de andere deur open en kunnen de schepen hun weg vervolgen. Bij grote hoogteverschillen worden soms twee sluiskolken achter elkaar gelegd. Dan ontstaat een gekoppelde schutsluis. Om schepen in de volgorde van binnenkomst ook weer weg te laten varen wordt wel een bajonetsluis gebruikt. Daarbij liggen de sluisdeuren niet in elkaars verlengde, maar links en rechts van het midden van de sluiskolk.
Op de kaart zie je van alle soorten een aantal voorbeelden.