Familienamen zijn in de volksmond ontstaan om verschillende mensen met dezelfde voornaam te kunnen onderscheiden, op dezelfde manier als bijnamen. Men gebruikte hiervoor patroniemen, toponiemen, beroepen, bijvoeglijk naamwoorden (de Jonge, de Kleine e.d.). Waarom iemand op een bepaalde manier aangeduid werd, is toen niet genoteerd. Voor ons is het nu gissen waarom iemand in de volksmond die aanduiding gekregen heeft die later tot familienaam is geworden. Voor je voorbeeld "van Rooij" (ik plak er maar even de voornaam Jan aan): de mensen in de omgeving van Jan hadden om een of andere reden bij hem een associatie met "Rooij", net zoals ze een ander "Jan de backer" noemden, of "Jan van den dikke". Maar wat die associatie met Rooij was? Dat blijft gissen.