Wij hebben van maart 1961 tot juli 1973 in dit flatgebouw gewoond, helemaal links boven.
Het heette niet, zoals u in de rubriek “Kijk naar toen” vermeldde HET BIJLTJE, maar ’T BIJLTJE.
Wij weten hoe deze flat aan zijn naam is gekomen.
Op 31 december 1960 nam burgemeester Jansen afscheid van Cuijk. Dan zeggen we wel eens: “Hij legt er het bijltje bij neer” en dat deed hij letterlijk tijdens een kleine plechtigheid op die dag. Helemaal links onder in het gebouw werd een koker ingemetseld met daarin een document en een bijltje.
De sloop van het gebouw in 2009 werd ingeluid met een wat grotere plechtigheid, waarvoor wij ook uitgenodigd waren. Ik heb toen aan de autoriteiten verteld en aangewezen waar die koker ingemetseld was. Zover ik weet, is hij nooit gevonden. Zouden ze niet goed gezocht hebben?!
Hoe beviel het wonen daar, wordt ons gevraagd.
Wij kwamen uit een grote, koude eengezinswoning in een warme zonnige flat. Met een boodschappenlift en een vuilstortkoker. Wat een gemak! We stookten nog kolen en het hok stond op het balkon, wat betekende dat de kolen door de gang en de keuken aangevoerd moesten worden. Niet leuk, dus we maakte een kolenhok in de berging. Dat betekende wel dat mijn man in de winter met twee kitten kolen naar boven kwam, vier trappen op. Dat duurde niet lang, want er kwam al spoedig aardgas in Cuijk. We kochten een gashaard en Van der Heijden installeerde zijn eerste haard bij ons.
Het uitzicht! Fantastisch! De weiden liepen van de Maas tot tegen het gebouw. Wat een rust! Zo nu en dan stond er wel eens een koe in de hal, maar ja, dat hoort bij de natuur.
Maar de rust verdween, want de “Maasboulevard” werd aangelegd. Toen die klaar was, hadden we last van optrekkende vrachtwagens die van de Beerse Baan kwamen. Maar alles went en het prachtige uitzicht bleef aan beide kanten van het gebouw, want het was heerlijk om een balkon op het Oosten te hebben en een op het Westen.
In 1973 zijn we, in verband met ons werk, naar Nijmegen verhuisd.