Citaat van Rien Wols;
De grote verliezen kwamen echter de volgende dag, op 23 september, toen er maar liefst vier Amerikaanse C-47’s neerstortten. Die maakten onderdeel uit van een grote vloot die het 325 Glider Infantry Regiment (GIR) van de 82e US Airborne Division overvloog naar Landing Zone / Drop Zone O bij Overasselt. Die vloot bestond uit 408 C-47 Skytrains die evenzoveel Waco-zweefvliegtuigen trokken.
De eerste was er een met registratienummer 41-18633 van 313TCG/49Sq., gevlogen door piloot 1st Lt. W.L. Bullock (TCG staat voor Troup Carrier Group). Boven de omgeving Veghel werd de C-47 getroffen door Duits luchtafweervuur, waarna Bullock met ingetrokken landingsgestel een buiklanding maakte in een weiland op buurtschap Kooldert, langs de Knokerdweg te Uden. De getrokken glider had zichzelf tijdig ontkoppeld. Bullock en zijn vijf medebemanningsleden overleefden de noodlanding en konden zich snel bij de geallieerde troepen in Uden voegen.
Rond 15.45 uur stortte ten oosten van Uden een C-47A van 61TCG/14Sq. neer, gevlogen door Capt. J.W. Hagey.Het vliegtuig met registratienummer 43-15609 was ‘Meggie McGee’ gedoopt. Het Duitse luchtafweergeschut raakte het toestel onder de cockpit, waar brand uitbrak. De vijf bemanningsleden konden tijdig springen. Daarbij kwam de navigator 1st Lt. K.J. Zollinger om, doordat zijn parachute onvoldoende of te laat open ging. Hij werd begraven op de tijdelijke Amerikaanse begraafplaats van de 101st Airborne Division te Wolfswinkel, Son, later overgebracht naar de Amerikaanse begraafplaats Margraten en vandaar weer herbegraven op een kerkhof in de V.S. De overlevenden kwamen neer in de buurt van een Britse tank en werden naar Uden begeleid. De getrokken glider was meteen losgekoppeld, toen zijn trekker geraakt werd.
Twintig minuten later crashte er opnieuw een Skytrain, dit keer met registratienummer 42-23935 van 316TCG/45Sq. met 2nd Lt. R.G. Urquart aan het stuur. Die was gewond geraakt door het Duitse vuur, maar slaagde er toch in om met zijn drie bemanningsleden het toestel, dat in brand was geschoten, tijdig te verlaten. De kist stortte neer op buurtschap Kooldert te Uden, langs en deels op de oever van het riviertje de Leijgraaf. Drie van de vier konden zich bij de geallieerde troepen voegen, maar de radiotelegrafist Sgt. L. Miller landde aan zijn parachute in nog door Duitsers beheerst gebied op de Kraanmeer onder Erp en werd krijgsgevangen genomen.
En nog weer tien minuten later, om 16.15 uur, kwam bij de Boekelsedijk in Volkel LtCol. J.F. Lumsden van 313TCG/49Sq. met zijn C-47 ‘Persist Charlie’, registratienummer 42-93597 naar beneden. Ook dit vliegtuig was boven de omgeving Veghel getroffen door Duits luchtafweervuur en ontkoppelde snel de glider. Onder hoogspanningskabels te Volkel doorvliegend maakte Lumsden een noodlanding aan de Boekelsedijk bij het huis van de familie Van Schijndel. De vijf bemanningsleden kwamen er heelhuids vanaf en konden zich al snel bij de geallieerde troepen in Uden voegen. De Duitse troepen waren kort daarvoor uit Volkel verdreven.
In totaal zijn er 26 WACO-zweefvliegtuigen geweest die een noodlanding dan wel een voortijdig landing hebben gemaakt op Udens grondgebied. Dat was ofwel vanwege schade aan het toestel zelf of aan de trekkende C-47 Skytrain óf het gebeurde dat men in de veronderstelling verkeerde dat men al in het landingsgebied was gearriveerd en dus voortijdig loskoppelden.
Dat we inmiddels zoveel details weten over deze crashes, is vooral te danken aan het vele speurwerk dat Antoon Verbakel verricht heeft.
In de veronderstelling dat verdere bevoorrading door parachute droppings werdt gedaan, heb ik dus een verkeerde aanname gemaakt, mijn excuses aan alle betrokkenen en in het bijzonder de heer R. De Groot