De leidingen van de draadomroep waren niet overal met een loden mantel omgeven. Ze waren van kunststof en daardoor goed buigzaam. In het begin voor de oorlog waren ze wellicht wel van een loden mantel omgeven. Ze werden inderdaad buiten tegen de muur bevestigd met kabelbeugels die je om kon buigen in de goede rondte. Vanuit Zundert, waar de radiocentrale gevestigd was werd een verbinding gemaakt via luchtlijnen naar Rijsbergen. Daar werden enkele straten voorzien van de draadomroep. De kabels werden over hoeksteunen gevoerd over de huizen, waar de verbindingen met de klanten gemaakt konden worden. Dat ging niet verder dan enkele straten in het dorp.