De vroegste historie van de Nicolaaskerk en haar voorgangsters
De St. Nicolaaskerk in Valkenswaard is een van de nog bestaande relicten die stamt uit de tijd van waarin de illustere heer Aengilbaldus van een adellijke familie uit het Limburgse Obbicht, op 1 oktober704 het dorp Waderlo (Waalre) ter kerstening schonk aan bisschop Willibrordus; een gebied dat zich uitstrekte tussen de riviertjes de Dommel (Duthmala) en de Tongelreep. In het noorden werd het begrensd door het naburige dorp Aalst, en in het zuiden door de grenzen van de oude gemeente Borkel en Schaft. Samen vormen zij sinds januari 2014 de huidige R.K. Parochie H. Willibrord met als hoofdzetel Valkenswaard.
Het is weliswaar historisch moeilijk te bewijzen, maar algemeen is aangenomen dat Wedert (Valkenswaard) toen al bestaan heeft, zij het onder een andere naam en als onderdeel van Waalre, die vele eeuwen later samen één heerlijkheid vormden en tot het Kwartier Kempenland, in de Meijerij van Den Bosch behoorde. In een bewaard gebleven calendarium liet de H. Willibrord destijds de wijding vermelden en noemt Waalre “Uaedritlaeum”wat zo ongeveer “het bos bij of van Wedert (=Valkenswaard)” betekent.
Na Willibrord’s dood gingen zijn bezittingen over naar de Abdij van Echternach, die in de 13e eeuw tienden hief in Valkenswaard, hetgeen duidt op de aanwezigheid van een (eigen) kerk. Tot 1570 vormde Waalre en Valkenswaard één parochie. Tot eind 15e eeuw is er sprake van een kerk op de splitsing van de Dommelseweg en de Kromstraat, aan welke straat ook eeuwenlang de pastorie heeft gelegen. Kort hierna spreekt men van vestiging van een ‘nieuwe’ kerk op de plek van de huidige- nog bestaande oude begraafplaats De Rösheuvel, niet ver van de plaats van de oude kerk vandaan en die de naam krijgt van Nicolaaskerk.
De slechte staat van deze oude kerk en de locatie, eenzaam in de akkers, dit gevoegd bij een ‘groeiende’ wens dat een statige kerk aan het Marktplein ook afstraalde op de voornaamheid van dorpsbestuurders, waren aanleiding op het Marktveld op de plaats van de dorpsbrouwerij annex herberg en Posthuys van de weduwe Pieternel Maas-Daems een nieuwe kerk te gaan bouwen. Deze kwam in 1859 tot stand onder architect F. Weber, die eveneens de kerk bouwde in de geboorteplaats van bouwpastoor Franciscus Aarts: Bergeijk ‘t Loo. In 1927 werd de kerk, exclusief de toren weer afgebroken en herbouwd onder architect J. Stuijt, ook bouwer in 1907 van onder meer de H. Gerardus-Majellakerk in Bergeijk-Weebosch. In 1966 werd de Nicolaaskerk grondig aan de liturgische vernieuwingen aangepast en ook in de periode 2018-2019 werden kerk en pastorie gerenoveerd.