Adrianus Bastiaans was landbouwer en woonde in Langenboom aan wat nu de Udensedijk heet. Zijn boerderij is afgebrand en na de oorlog herbouwd. Hij was teruggekomen om naar zijn vee in het weiland te kijken en te verzorgen terwijl zijn vrouw verborgen zat achter de put van de boerderij. Hij werd door de Duitsers, uit de pantsertrein gelost in Zeeland bij het zgn "Zeelands Halt", die verborgen zaten in sloten en struiken nabij zijn weiland in afwachting van aanvoer versterking van nieuwe troepen met zwaarder materiaal, dat kon voorlopig niet gebeuren, want de pantsertrein was op de terugweg in Mill ontspoord. Waarschijnlijk dachten de Duitsers, dat hij hun verborgen positie aan de Nederlandse militairen zou verraden. Hij is op 13 mei door zijn buurman Hendriks, wonende aan De Dellen, dood gevonden. Gerardus Bexkens, ook uit Mill, wonende op de Vilheide, is vroeg in de morgen op 10 mei ook doodgeschoten toen hij op zijn werk ging was aan het defensiekanaal.