Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Reacties (7)

theo zei op 26 september 2015 om 13:57
Bas,

Wederom heel hartelijk dank voor je antwoord.
Bas den Brok zei op 25 september 2015 om 21:00
Artikel 905

3. Indien er in dezelfde zijdlinie bloedverwanten van denzelfden graad gevonden worden, deelen zij onder elkander bij hoofden, behoudens de bepaling van artikel 892.

Men heeft maar één hoofd.

In geval van Pieter Vermeulen werd de erfenis eerst in tweeën gesplitst. De ene helft ging naar vaders familie, de andere helft naar moeders familie. Vervolgens werden deze helften BIJ HOOFDE gedeeld onder de bloedverwanten van de zesde graad van respectivelijk vaders en moeders familie. (vijfde graads familie was er kennelijk niet meer.) Er werd terecht geen rekening mee gehouden of deze zesde graads familieleden (achterneven en achternichten van Pieter) uit grote of uit kleine families kwamen. Iedere achterneef of nicht kreeg even veel. Ook werd er terecht niet naar gekeken of iemand misschien op twee wijzen BINNEN VADERS FAMILIE of BINNEN MOEDERS FAMILIE aan Pieter verwant was. De helften werden immers bij hoofde gedeeld (behoudens de bepaling van artikel 892, dat wil zeggen: bij staak in geval van plaatsvervulling). Was het zo geweest dat iemand via vaders lijn EN via moeders lijn aan Pieter verwant was geweest, dan had deze persoon wél dubbel geërfd (dunkt mij). Eénmaal uit vader's familie's helft, andermaal uit moeder's familie's helft.
theo zei op 25 september 2015 om 19:22
Nóg een bijzonderheid in de memorie van Pieter Vermeulen. Zijn overgrootvader Gerrit Vermeulen en diens vrouw Petronella van Cleef hadden o.a. twee kinderen Maria en Cornelis. Maria trouwt met Adriaan van der Hoeven en zij hebben een dochter Gerredina, gehuwd met Willem Vermeulen. Hun zoon Gerrit Vermeulen erft als 6e graadsbloedverwant van Pieter 1/55 erfdeel , maar… Gerrits vader Willem Vermeulen is een zoon van Cornelis Vermeulen en diens echtgenote Teuntje Talen en een kleinzoon van genoemde Gerrit Vermeulen en Petronella van Cleef. Gerrit is dus ook 6e graadsbloedverwant via zijn grootvader Cornelis Vermeulen en je zou denken dat hij dus nóg een 1/55 erfdeel erft, maar die vlieger gaat niet op, de memorie vermeldt: vermits deze Gerrit Vermeulen ervende uit eigen hoofde reeds voor zijn hoofd is opgekomen (als erfgenaam van zijn grootmoeder Maria Vermeulen, Theo) blijft hij alhier buiten beschouwing. Van zijn grootvader erft hij dus niets. Blijkbaar was het dus zo dat iedere erfgenaam slechts éénmaal als erfgenaam kon worden vermeld, ik heb daar in het Burgerlijk Wetboek niets over kunnen vinden.
theo zei op 25 september 2015 om 16:36
Bas,

Heel erg hartelijk dank voor het antwoord. In art. 892 van het Burgerlijk Wetboek dien je dus blijkbaar eerstgemelden te lezen als "dengenen, die den erflater het naast in den bloede bestaat". Dan is het antwoord op mijn tweede vraag ook ja. Oneerlijk is het wel, de ene 7e graadsverwant erft wel, omdat er nog ooms of tantes in leven zijn die erfgenaam zijn en de andere 7e graadsverwant erft niet, omdat hij/zij geen ooms of tantes meer in leven heeft die erfgenaam zijn. Daar kun je toch niets aan doen, dat al je ooms en tantes al overleden zijn. Daar is juist het systeem van plaatsvervulling voor bedacht.
Max zei op 25 september 2015 om 13:55
Bas had hier dus al een verklaring voor...
Max zei op 25 september 2015 om 13:53
Nee, als de door jou vermelde kleinkinderen van de 5e-graads bloedverwanten zich niet onder de 59 7e-graads verwanten bevinden, die in de plaats traden van 18 vooroverleden 6e-graads verwanten, klopt er iets niet :)
Bas den Brok zei op 25 september 2015 om 13:46
Leuke vragen Theo. Wou je nog alsnog een misgelopen erfenisje in de wacht slepen? Wat je eerste vraag betreft lees ik in "Handleiding tot het Burgerlijk Wetboek" van Abraham de Pinto (2e gedeelte, 2e druk, 's-Gravenhage 1840, blz. 233-234): "Om bij plaatsvervulling in de zijdlinie te kunnen optreden, moet men zijn een kind of afkomeling van eenen broeder of van eene zuster van dengenen, die den erflater het naast in den bloede bestaat." Er staat een voorbeeldje bij. Een en ander volgt volgens de Pinto uit artikelen 891 en 892 van het oude burgerlijk wetboek.

Art 891: "In de zijdlinie wordt de plaatsvervulling toegelaten ten voordeele van kinderen en nakomelingen van des overledenens broeders en zusters, het zij die gezamenlijk met hunne ooms of moeijen tot de nalatenschap komen, het zij dat, na het vooroverlijden der broeders en zusters van den overledene, de erfenis overga tot dezelver nakomelingen, aan elkander in gelijke of in ongelijke graden bestaande.

Art. 892: "Plaatsvervulling wordt ook toegelaten in de erfopvolging van zijdmagen, wanneer nevens dengenen, die den erflater het naast in den bloede bestaat, er nog kinderen of afkomelingen aanwezig zijn van vooroverleden broeders of zusters van eerstgemelden."

Familie in de zevende en hogere graad erft niet (art. 908), behalve dan als plaatsvervuller van een overleden voorvader of moeder die een nog levende broer of zus heeft die wél erft.

Je eerste vraag moet dus mijns inziens bevestigend beantwoord worden. De kleinkinderen die niet erven zijn zevende graads familie, erven zelf dus niet. Hun (zesde graads) vader of moeder die wél zou erven is overleden en heeft geen levende broer of zus die erft. De kinderen kunnen dus niet als plaatsvervuller optreden.

Groeten, Bas

PS Alles onder voorbehoud; ik ben geen jurist.