Mijn moeder heeft ook bij Jansen de Wit gewerkt. Eerst in Oploo in 1948 daar heeft ze een half jaar gewerkt. Hieraan heeft mijn moeder leuke herinneringen
Tijdens de pauze om twaalf uur gingen ze zich vermaken in de kerk in Oploo.
Daar gingen ze dan de klokken luiden en een van de werksters J. Schelbergen nam de biecht af in de biechtstoel tot dat de pastoor een klacht kwam indienen bij het bedrijf en de kerkdeur s' middags voortaan gesloten was.
Hier werkten ze toen met 46 personen.
Hierna verhuisde het atelier naar Boxmeer boven de smederij van Lin.
Daarna naar het pand ernaast. De werkzaamheden bestonden uit het mazen van panty's en kousen. De chef was Nieuwenhuizen en Betsy Zeegers deed de administratie. Enkele medewerksters waren Jeanette Schelbergen en Lies Schelbergen, Nolda Pennings, Door en Jo Reijnen, Jo Grens, Bep Philips, Rook Jansen en Cor Jansen, Wilma en Thea Claassen en Barten.
Ze verdiende 20 gulden in de maand. Later werd per stukloon betaald.
Als ze de panty's en kousen gemaasd hadden dan werden deze gelabeld. Ieder had een eigen nummer en als de panty of kous kapot sprong kregen ze 2 cent boete per kous of panty dit werd ingehouden op het loon. Als ze teveel met elkaar aan het praten waren of aan het lachen dan moesten ze voor straf gaan poetsen of de wc schoonmaken. Mijn moeder is in 1953 gehuwd en als huwelijksgeschenk kregen ze een paar kousen voor de man en een paar panty voor de vrouw. Mijn moeder Gerda van der Meulen is ook gestopt toen ze ging trouwen.