Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Reacties (4)

Wim Havinga zei op 30 december 2019 om 16:57
Mijn vader Henk Havinga was opgeleid als timmerman in Groningen (stad). later werd hij bouwkundige en ontwierp o.a. de drie huizen voor de familie Van den Hurk aan het Kerkeind in Haaren. Met deze gevoelswarme familie bleven zij goed bevriend. Soms zochten zij elkaar op: mijn ouders reden daartoe in het begin op de motor van dorp naar dorp en later over de snelwegen met de auto. Ik herinner me -zij het vaag- dat zij u en uw ouders daarvan kenden. Leuk toch?
Mijn vader overleed in 1999 en moeder in 2001. Beiden werden ruim 92 jaar. Nadat moeder werd getroffen door een hersenbloeding (cva) kon vader met mijn zorg thuis blijven wonen. Moeder verbleef de laatste 7 jaar in het verpleegtehuis Maartenshof in Groningen. Met haar was eigenlijk geen gesprek mogelijk. Beiden verzorgde ik in die tijd intensief, mede omdat de zorgverleners (m/v) te weinig tijd hadden verantwoord eten te geven.
Sinds 2003 ben ik getrouwd met een weduwe uit Zieuwent. Wij hebben een gelukkig leven met elkaar en met haar zoon, onze schoondochter en de kleinkinderen. Mijn vrouw komt uit een grote familie en we hebben veel vrienden en kennissen.
Edwin Haras zei op 30 december 2019 om 01:44
Prachtig verhaal!
“Een keer kwam er een echtpaar uit Amsterdam waarvan de man uit Suriname kwam. Dat was de eerste donkere man in het dorp; een bezienswaardigheid hier.”
Geweldige zin.... Dat echtpaar uit Amsterdam waren mijn ouders! Roy en Pauline. Als klein jongetje bracht ik mijn vakanties door in het pension aan het Kerkeind. Mijn ouders kwamen er eind jaren '60 voor het eerst. Met de familie Van Den Hurk is een warme vriendschap ontstaan. Zelfs zo'n goede vriendschap dat het 3e woonhuis (in het eerste woonhuis ging de middelste zoon Toon wonen en in het 2e huis gingen vader en moeder v.d. Hurk wonen) waar Dhr. en Mw. Havinga over schrijven bijna door mijn ouders is gekocht. Dit ging uiteindelijk niet door omdat mijn vader moeilijk werk kon vinden in de omgeving van Haaren. De vriendschap tussen beide families is altijd blijven bestaan. Afgelopen november is mijn vader (die eerste donkere man in Haaren) overleden en het was hartverwarmend dat Ad, zijn 2 broers en 3 zussen naar Amsterdam gekomen waren om afscheid te nemen.
Groet, Edwin Haras
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 12 december 2017 om 12:11
Jee, wat een prachtige verhalen, Truus en Wim. Bijzonder om te lezen hoe het één soms tot het ander leidt, zodat je vader de huizen heeft ontworpen die daar nu nog staan.

Ook de reis van Groningen naar Haaren - toch gauw zo'n 250 kilometer - hebben jullie beeldend omschreven; ik zie het zo voor me. Inderdaad, zo'n onderneming is nu niet meer voor te stellen, net zoals het spelen op restanten van getroffen huizen. Toch bijzonder om daar nu weer bij stil te staan.

Dank voor jullie reactie!
Wim Havinga zei op 11 december 2017 om 16:18
Ik herinner me dat:
tijdens de mobilisatie in 1940 Henk Havinga (mijn vader) ingekwartierd
werd op de boerderij van de familie Pennings in Oisterwijk (?).
Tijdens de oorlog logeerden mijn ouders daar met hun twee oudste dochters.
De familie Pennings had ook twee kinderen: Stien en Miet.
Na de oorlog trouwden de dochters op, naar ik meen dezelfde dag, Stien met
Jan van den Hurk (Kerkeind te Haaren).
Nadat de Pennings oud geworden waren- zetten beide dochters, maar vooral Stien
en Jan de vriendschap voort.
Toen de kinderen van Jan en Stien groot waren, vroegen ze mijn vader -die
bouwkundige was- drie woonhuizen te ontwerpen. Ze werden gebouwd op eigen
grond tegenover hun huis. Langzamerhand was daar een zorginstelling ontstaan,
waarvan hun zoon Ad directeur werd.

Zelf ben ik slechts enkele malen in Haaren geweest.
De reis er heen was na de oorlog een hele onderneming.
Mijn ouders beschikten slechts over een lichte motorfiets.
Ze maakten de reis in zware leren jassen, aanvankelijk met een leren muts op,
dus zonder valhelm (pothelm), om de koude te trotseren.
De reis werd in één dag afgelegd, ging door vijf provincies van dorp naar dorp,
vaak over stenen wegen.
Zeker voor de kinderen van nu, moeilijk voorstelbaar, maar in die jaren wist je
niet beter en was het “gewoon”. Net zo “gewoon” als het voor ons kinderen was
om in de Stad (Groningen) in “de bergen” te spelen, d.w.z. op en in de ruïnes
van gebombardeerde huizen/gebouwen.

Aangename feestdagen alvast,

Truus en Wim Havinga-Meekes