De heer Dekkers laat ons telefonisch weten dat het wachtershuisje géén telefoonaansluiting had.
Gelukkig bevond zich iets verderop op de dijk een PTT-telefooncentrale. (Die volgens de heer Dekkers ten onrechte vaak voor een PNEM-huisje werd aangezien)
Schippers die de sluis wilden passeren namen contact op met deze telefooncentrale. Vervolgens werd dan van daaruit door middel van een mobilofoon contact opgenomen met het wachtershuisje, zodat het schip doorgelaten kon worden.
Overigens beschikte het telefoonloze wachtershuisje zo rond 1960 wél over een noodaggregaat, voor het geval dat de stroom mocht uitvallen….
Tot zover het verhaal van de heer Dekkers.
Als er nog lezers zijn die hier iets aan toe kunnen voegen, dan horen wij dat graag!