Zoekend naar het boek van Dr v. Stekelenburg kwam ik bij deze discussie over het "zegel" terecht. Het zegelrecht was tot 1 januari 1972 een belasting, die geheven werd op de in de Zegelwet van 22 maart 1917 genoemde stukken, waarvan ik er slechts een paar noem: akten, polissen van verzekering, wissels, handelspapier, effecten e.d. Sommige stukken moesten op van Rijkswege uitgegeven gezegeld papier worden gesteld, zoals bijvoorbeeld de akten van een notaris. Voor dat papier werd het zegelrecht al bij het aanschaffen betaald. Voor andere stukken, zoals bijvoorbeeld een kwitantie waren plakzegels beschikbaar. Voor kwitanties boven twintig gulden gold krachtens artikel 34 van de Zegelwet een vast recht van vijftien cent. De plakzegels waren net als postzegels op het postkantoor verkrijgbaar. Er waren verschillende waarden: tien cent, vijftien cent, vijftig cent, een gulden enz., met verschillende kleuren. Zij werden dan ook net als postzegels door sommigen gespaard.