Vroeger had elke plaats een eigen rijvereniging. In Gemonde was dat St. Lambertus. De foto is net van vóór mijn tijd want zelf ben ik begonnen in 1958, in Schijndel. Maar ik zie nog wel veel overeenkomsten. Vermoedelijk is deze foto gemaakt aan het eind van een concours hippique, vlak voor de prijsuitreiking, als ik zo naar de opstelling kijk.
Begin jaren vijftig was het een sport van uitsluitend mannen maar in mijn tijd kwamen er ook meisjes bij. Als deelnemer droeg je een sporttenue: een rijbroek, witte blouse, zwart jack erover (als het niet te warm was) en een cap op. Die caps waren niet zo veilig als dat ze nu zijn maar dan had je toch iets op je hoofd. Je nam deel aan zo'n wedstrijd met negen man: acht vormden samen een groep en de commandant - ook te paard - stond voor de groep en gaf de oefeningen aan op het gebied van dressuur en springen.
Je ging naar die concours met je paard en een platte kar, de deelnemende paarden liepen er achter aan. In die beginjaren waren de paarden gewoon van de boerderij: door de week werkten ze op het land en in het weekend deed je mee aan dergelijke wedstrijden. Als je in je eigen kring - zeg maar regio - de meeste punten had weten te behalen met de wedstrijden, dan mocht je deelnemen aan de Kringwedstrijden. En die wedstrijden waren telkens in een ander dorp. Als je won, kreeg je een strik en voor degene met de eerste prijs was er een beker. De NCB in Tilburg was de hoofdorganisator van dergelijke wedstrijden.
Er bestaan nog steeds rijverenigingen in de dorpen maar niet meer in die mate als dat dat vroeger gebeurde. Als commandant had ik eind jaren vijftig ook al een groep met acht meisjes die deelnamen dus toen was dat idee dat het alleen om mannen mocht gaan er ook wel van af. Het is een heel intensieve sport; het is echt hard werken samen met je paard en binnen het team. Ik heb er in ieder geval van genoten.