Bij ons in de hoefstraat, hadden we een hele grote kerststal. De beelden waren levensgroot, …..dacht ik als kind. Toen ik ze later eens terug zag, bleken het helemaal niet zo een grote beelden te zijn, maar als kleuter had ik die indruk. Er was ook een knikengeltje bij dat voor de kerststal stond. Het stond juist op een verwarmingsrooster van ijzer. Met daaronder een schuin oplopende wand. Beneden in de ruimte van de cokesoven, kon je door een klein deurtje in die ruimte komen en het engeltje zien staan op het rooster. Als kind van ongeveer zes jaar, klommen wij daar in, samen met vriendjes en zodra er iemand op het rooster stond en een muntje in het knikengeltje wou duwen, maakte we een geluid waar ze van schrokken. Ze lieten dan vaak het muntje vallen dat, dan in het rooster viel. Van dat geld gingen we bij een snoepwinkeltje iets lekkers halen. Ook was er nog het geld dat we tussen de banken vonden. Vaak stuivers (in de houten vloer zaten ook veel noesten, die op een stuiver leken, waardoor je goed moest zoeken) maar ook veel centen. Zo had het ook zijn voordelen als je vader koster was.