Mijn vader werd meermalen gevraagd in het café van Drika van der Zijden omdat hij een hele goede biljarter was en vroeger, toen Keesje de Ruijter (zijn buurjongen) nog jong was, er vele uren meegespeeld had.
Op een morgen in 1951 toen ik uit de kerk kwam werd ik benaderd door de man van Drika en hij vroeg of mijn vader die middag naar het café wilde komen, want daar was iemand die heel graag nog een keer met hem wilden biljarten. Mijn vader vroeg zich af wie dat zou zijn en ging er die middag heen. En daar trof hij zijn oude buurjongen aan Keesje de Ruijter, die hij jaren niet meer gezien had, maar wel veel van had gehoord.
Het was een verrassing en ze besloten er samen een gezellige en spannende middag van te maken en het café stroomde vol met bezoekers. Eén partij verloor mijn vader, maar bij fantasiestoten was hij Keesje weer de baas!
Wat mij nog bij gebleven is dat mijn vader met `n bal zijn letters GV op het biljart liet verschijnen en een bal boven op een bierflesje liet belanden via twee keuen. Ja, zei Keesje, mijn letters zijn te moeilijk.
Het was een mooie, geslaagde middag en ze had drank in overvloed geschonken, zei Drika!