Piet van den Nieuwenhuijzen
zei op 11 mei 2017 om 10:27
In september 1944 hoorde ik, twaalf jaar oud, vanuit onze achtertuin uit de richting Hoevense Beemden/Palingstraat motorgebrom en ik zag van die kant een vliegtuig aankomen met een rokende motor. Boven de Hoevense Beemden zag ik hoe vier mannen uit het vliegtuig sprongen en het vliegtuig een zwenking maakte, over het dorp heen vloog en neerviel richting Bosschenhoofd. Als jongen van twaalf moest ik daar nu natuurlijk meteen het mijne van hebben, dus ik spurtte in de richting van de landingsplek, waar na de oorlog het Bosbad en de Sterrenwacht kwamen.
Daar aangekomen zag ik het wrak van een vliegtuig liggen, ik ben er zelfs naar binnen gelopen en ik herinner me een geschutskoepel achterin. Een jongen uit St. Willebrord was daar al en die haalde de trekker van de mitrailleur over. Ze zeggen dat hij er de pannen van een boerderij op de Heul mee heeft afgeschoten.
Mijn vader was Janus van den Nieuwenhuijzen, veldwachter en later in de oorlog wachtmeester bij de marechaussee. Wij woonden achter het raadhuis (was toen al afgebroken) naast de oude kerk in het politieposthuis, compleet met cellenblok. Een of twee dagen na het neerstorten van het vliegtuig, zaten bij ons twee mannen aan de tafel om met het gezin warm te eten. Zij spraken echter geen woord. Voorzichtig vroeg ik mijn vader wie deze mannen waren. Hij zei alleen: "mond houden en eten!" Na het eten is mijn vader met deze mannen weggegaan.
De avond daarna herhaalde dit zich weer, maar dan wel met twee andere mannen. Spraken weer geen woord en gingen na de maaltijd met mijn vader weg.
Na de oorlog heeft mijn vader mij verteld dat het om die vier bemanningsleden van het vliegtuig ging. Zij zijn toen verkleed in uniform met de motor van de Koninklijke Marechaussee achter de Lange Schouw (gemeente Rucphen) aan de Belgische ondergrondse verzetsstrijders overgedragen.
Het vliegtuig heeft nog vrij lang in Hoeven gelegen, want ik heb later, toen er geen bewaking meer was, er een regelbare spanningsweerstand uitgehaald en een stuk plexiglas (dit was voor ons iets nieuws) waar ik op schaal een V1 van heb gemaakt.
Daar aangekomen zag ik het wrak van een vliegtuig liggen, ik ben er zelfs naar binnen gelopen en ik herinner me een geschutskoepel achterin. Een jongen uit St. Willebrord was daar al en die haalde de trekker van de mitrailleur over. Ze zeggen dat hij er de pannen van een boerderij op de Heul mee heeft afgeschoten.
Mijn vader was Janus van den Nieuwenhuijzen, veldwachter en later in de oorlog wachtmeester bij de marechaussee. Wij woonden achter het raadhuis (was toen al afgebroken) naast de oude kerk in het politieposthuis, compleet met cellenblok. Een of twee dagen na het neerstorten van het vliegtuig, zaten bij ons twee mannen aan de tafel om met het gezin warm te eten. Zij spraken echter geen woord. Voorzichtig vroeg ik mijn vader wie deze mannen waren. Hij zei alleen: "mond houden en eten!" Na het eten is mijn vader met deze mannen weggegaan.
De avond daarna herhaalde dit zich weer, maar dan wel met twee andere mannen. Spraken weer geen woord en gingen na de maaltijd met mijn vader weg.
Na de oorlog heeft mijn vader mij verteld dat het om die vier bemanningsleden van het vliegtuig ging. Zij zijn toen verkleed in uniform met de motor van de Koninklijke Marechaussee achter de Lange Schouw (gemeente Rucphen) aan de Belgische ondergrondse verzetsstrijders overgedragen.
Het vliegtuig heeft nog vrij lang in Hoeven gelegen, want ik heb later, toen er geen bewaking meer was, er een regelbare spanningsweerstand uitgehaald en een stuk plexiglas (dit was voor ons iets nieuws) waar ik op schaal een V1 van heb gemaakt.