Dit is de vondeling uit Elshout. zie ondersdtaand verhaal uit Met Gansen Trou . Misschien de öude Krah"als veldwachter er bij betrokken geweest ?
Een vondeling te Elshout
Nu hebben we het tot nu toe gehad over
vondelingen in de grote steden, maar
kwam het ook voor op het platteland in
onze omgeving? Het antwoord is beves-
166
tigend. In het jaar 1873 werd in Elshout,
destijds gemeente Oudheusden en
Elshout, een kind gevonden op het erf
van Antonie van den Braak en zijn
huisvrouw Catharina van Woensel. Zij
woonden in een boerderij in wijk B nummer
78. Krachtens artikel 33 van het
burgerlijk wetboek moest er een proces
verbaal opgemaakt worden en werd dit
hele verhaal opgetekend in het
geboorteregister van voornoemde gemeente
op 14 september 1873. Hieruit is
het onderstaande te reconstrueren.
In de nacht van 9 op 10 september 1873
werd Catharina van Woensel rond twee
uur ’s nachts wakker en hoorde een
geschreeuw. Ze ondernam geen actie,
het geschreeuw kwam van buiten en het
was ’s nachts te gevaarlijk om een kijkje
te gaan nemen. Ze meende dat het
geschreeuw van een jong kind afkomstig
kwam. Om half zes ’s ochtends kwam
haar man, Antonie van den Braak, buiten
en ontdekte onder het raam een kartonnen
hoedendoos. Toen hij in de doos
keek zag hij een pas geboren kind van
het vrouwelijk geslacht. In het proces
verbaal werd de vondst als volgt in detail
beschreven: “Dat dit kind gekleed was
met een hemdje, waarvan de mouwen
reikten tot de polsen en omzet waren met
kant en met twee mutsen en voorts
gewikkeld was in eenige vodden, dat
verder in bedoelde cartonnen hoedendoos
is gevonden een stuk van blauw
gestreepte kinderrok.” Deze kinderrok
was in die tijd algemeen in gebruik bij de
landbouwers in deze streek. De vondeling
zou volgens deze rok uit deze
omgeving moeten komen. De doos was
verder nog gevuld met een weinig roggestro
en voorzien van een deksel.
In de hoedendoos werd een briefje
aangetroffen, waarop met potlood
geschreven was: “Zeer geliefde zusters
wees zo goed en neem dit kind aan en
laat het doopen en wenscht dat gij het
zult opbrengt genoempt Jesus en Maria
het is een wees.” Was het volgens de
tekst op het briefje, waarin de woorden
Jesus en Maria staan, de bedoeling dat
het kind bij de zusters van het
gezelschap J.M.J. in Vlijmen te vondeling
zou worden gelegd? Deze zusters hadden
in 1873 een tehuis opgericht voor
wezen. Had men zich in het dorp vergist
of kwam men er pas laat achter dat er in
Elshout geen zusters waren maar
fraters? Zou de vondelinglegger uit het
noordwesten gekomen zijn en vond hij of
zij het te ver om naar Vlijmen te lopen?
Werd er dan maar besloten om het kind
bij een willekeurige boerderij te vondeling
te leggen? Allemaal vragen waar we
nooit een antwoord op zullen krijgen. Wel
weten we dat Antonie hulp inschakelde.
Dezelfde dag kwam de Drunense dokter
Johannes Petrus Paulus Tielen de
gezondheid van het kind inspecteren. Hij
verklaarde later dat het kind niet ouder
was dan twaalf dagen. Ook werd
besloten het kind meteen te laten dopen,
dit zoals verzocht op het bovengenoemde
briefje. Op 10 september werd
ze in het doopboek ingeschreven onder
de naam Maria van Dam. Hierbij werd
vermeld dat de moeder onbekend was.
Bij de inschrijving in het register van de
Rooms Katholieke parochie in Elshout
werden er geen doopgetuigen vermeld.
Bij de inschrijving in de burgerlijke stand
moest dit kind een naam krijgen. De
ambtenaar van de burgerlijke stand, de
heer van Breugel, gaf het kind de naam
Maria van Dam. Maria omdat het van het
vrouwelijk geslacht was en in het briefje
de naam Maria stond. De achternaam
Van Dam omdat het kind gevonden was
“op den dam” (den dam is in het dialect
het stukje grond aan de zijkant van de
boerderij waar men de stal in gaat). Een
tweede reden om de achternaam Van
Dam te geven was dat deze in de
omgeving niet vreemd was. Antonie
verklaarde het kind niet in de kost te kunnen
nemen. Hij had al drie kinderen en de
vierde was op komst. Twee kinderen erbij
kon hij waarschijnlijk financieel niet aan.
Volgens het proces verbaal werd het kind
“in de kost besteed” bij overbuurman
Antonie Muskens. Muskens, een 53
jarige arbeider, was gehuwd met
Francisca Verhoeven en had in 1873 al
vier kinderen. Een vijfde kind kon er ook
nog wel bij.
Hoe is het haar verder vergaan
Antonie Muskens huwde in 1860 te
Oudheusden en Elshout met Francisca
Verhoeven. In 1861 kregen zij hun eerste
kind (Hendrikus). Het tweede kind
(Franciska) werd geboren in 1862 en
overleed in 1864. Later werden er nog
drie kinderen geboren. In 1865 een
Franciscus, in 1871 een Johannes en in
1872 een Maria. Het laatste kind Maria
overleed op 5 september 1873, dus vijf
dagen voordat Maria van Dam in het
gezin opgenomen werd. In het bevolkingsregister
van Oudheusden en
Elshout stond Maria in de periode 1870-
1880 ingeschreven als “Van Dam”. Bij
haar geboortedatum stond “onbekend”
en bij de aantekeningen werd “was vondeling”
vermeld. Lang zou ze niet in het
gezin Muskens verblijven, want op 8
oktober 1877 vetrok ze op vier jarige
leeftijd naar Vlijmen. Daar hadden de
liefdezusters in wijk B op nummer 59 een
verblijf voor wezen. In het bevolkingsregister
werd ze ingeschreven op 31 oktober
als “verpleegde”. Waarschijnlijk had
Maria een zwakke gezondheid zodat ze
bij de zusters verpleegd werd. Een
andere mogelijkheid was dat het dorpsbestuur
dat het kind in de kost besteed
had nu op die beslissing terugkwam en
het kind liever als wees bij de zusters
ondergebracht zag. Op het adres B59
woonden, volgens het bevolkingsregister,
Antonius Dirk van Esch en Henriëtte
de Kroon, één onderwijzer, één onderwijzeres,
een aantal liefdezusters en een
groot aantal kinderen. Maria bleef in haar
jeugd bij de liefdezusters en kreeg een
opleiding als dienstbode. In het bevolkingsregister
in de periode 1880-1890 is
Maria te vinden in het dienstboderegister
op het adres B59. Daar vertrekt zij op 17
jarige leeftijd op 1 november 1890 naar
Oudheusden en Elshout alwaar zij dienstbode
was bij de heer D. van Kuijk. Na
acht jaren hier dienst te hebben gedaan,
vertrok zij op 7 juli 1898 als dienstbode
naar het naburige dorp Baardwijk alwaar
zij werkzaam en inwonend was bij het
gezin Peter van Heesbeen en Johanna
Klerkx. Hier heeft zij maar kort dienst
gedaan, want op 2 december 1899 werd
zij in het bevolkingsregister ingeschreven
als dienstbode bij het gezin van de
schoenenfabrikant Johannes van der
Elzen die gehuwd was met Huiberdina
Burmanje. Ze verbleef hier tot haar
huwelijk in 1901.
Rond de eeuwwisseling leerde zij de uit
Baardwijk afkomstige schoenmaker
Johannes Wilhelmus Kolster kennen.
Johannes was geboren in Loon op Zand
en woonde vanaf 1881 in Baardwijk.
Beiden huwden in Baardwijk op 13 februari
1901. Bij het huwelijk kon Maria
geen akte overleggen waarin haar beide
natuurlijke ouders waren vermeld. In de
huwelijksbijlagen treffen we een kopie
van het in 1873 in Oudheusden en
Elshout opgemaakt proces verbaal aan
als bewijs dat haar natuurlijke ouders niet
bekend waren. Vrij snel na het huwelijk,
op 21 september 1901, is Maria bevallen
van een kind van het vrouwelijk geslacht.
Dit kind werd Theodora Maria Kolster
genaamd. Toen Maria in verwachting
was van haar tweede kind is zij, slechts
vier jaar na haar huwelijk, in het
kraambed op 31-jarige leeftijd te
Baardwijk op 24 mei 1905 overleden. In
1908 trouwde Johannes Wilhelmus
Kolster te Baardwijk met de van
geboorte uit Baardwijk afkomstige
Petronella Maria den Boer. Van 1909 tot
en met 1911 kregen zij drie kinderen. De
eerste twee waren jongens, maar toen
het derde kind een meisje was, werd dit
natuurlijk een Maria.
Slot
Theodora Maria Kolster is later gehuwd
met een Van der Eerden. Nakomelingen
zijn op de hoogte van het feit dat oma
een vondeling was. Voorzover mij bekend
bestaat er van Maria van Dam geen
bidprentje. Er is door mij nog getracht
een foto van Maria van Dam te bemachtigen,
maar dit was zo’n langdurige
zaak dat ik uiteindelijk de moed maar
heb opgegeven.
Bronnen:
Boekje “Aangenaam. Mag ik mij voorstellen?
Familienamen in Nederland”
door Riemer Reinsma, uitgegeven door
Hema bv te Amsterdam in 1986.
Artikelen uit het Brabants Dagblad, 4
januari en oktober 2007.
Burgerlijke Stand Elshout en Oudheusden,
geboorten 1873.
Burgerlijke Stand Baardwijk, huwelijken
en huwelijkse bijlagen 1901 en overlijden
1905.
Bevolkingsregisters Vlijmen (1890-1910),
Oudheusden en Elshout (1890-1910) en
Baardwijk (1890-1910).
Dienstboderegister Vlijmen (1880-1890)
en Oudheusden en Elshout (1890-1925)
Telefonische contacten met nakomelingen
van Maria van Dam.
Bert de Vaan