Om een beeld te geven: om 20 uur 's avonds kwamen de Heren op een van de pastorieen bij elkaar. Geen koffie of andere onnodige, tijdrovende inleidende rituelen: meteen kwam de wijn op tafel, waar men inderdaad à la de bruiloft van Kana de beste wijn tot het laatst bewaarde ! Iedere geestelijke had nl. een wijnkelder om U tegen te zeggen met goede belegen wijnen. Na een half uur kon je de rook in de kamer snijden. Er heerste een amicale collegiale sfeer, die als een weldadige pleister de ongemakken van het celibataire leven duchtig relativeerde. Verhalen over vroegere pastoors, kapelaans en bisschoppen (anecdotisch en/of historisch) gingen over tafel. Tegen elven toog men dan naar huis, terecht hopend dat Hermandad niet in de buurt was.
In vroeger tijden was de krans ook wel overdag; met rijtuig en paard ging men erop uit. Er werd dan soms ook een studieus onderwerp ter hand genomen; de jongste kapelaan werd dan bijv. uitgedaagd op een bepaalde (bij voorkeur een netelige)casus te reageren, waar men dan over disputeerde. In het Utrechtse heette dat een "cura"/pastoorskring, die veelal ook met een copieus maal werd afgesloten. Dit Rijke Roomsche Leven is nu geschiedenis; deze typische Brabantse clericale sfeer proeft men bijv. ook onder het item "een schoon,ouw pastoor" (zie Mill en St. Hubert).