Ean paar notities te Dinther, inv. nr. 7603-08 :
1, Adriaen Daniels, inwoner en teulman te Dinther, oud ca. 85 jaar. Verklaring. Volgens zijn weten zijn er in Heeswijk tot nu toe 4 pastoors geweest, waarvan heer Steven Guens de vierde is geweest. Die hebben altijd op het speelhuis gewoond met het daarbij staande huis en de stukken land, zowel aan de overkant van de rivier de Aa, als aan deze kant van de rivier, met de hoeve tegenover de poort, die ze altijd verhuurden. Men is daar nooit in belemmerd geweest. In de tijd van Marten van Rossum is dat speelhuis afgebrand en het is weer opgebouwd. In de tijd dat het was afgebrand woonde de pastoor op het neerhuis voor de brug. Hij deponent heeft nooit gehoord dat de pastoor elders zou hebben gewoond en hijzelf heeft wel 33 of 34 jaar onder Heeswijk gewoond en is daar opgeroeid. De prelaten van de abdij van Bern hebben nooit op het speelhuis gewoond, maar er soms wel gerecreeerd.
heer Steven Guens, priester en pastoor te Heeswijk, requirant
2. Marie vrouw van Jacob Matheeussen, dochter van Jan Henricks, oud ca. 68 jaar, wonend te Dinther. Verklaring. Ze is van jongsaf aan opgegroeid in Heeswijk op de Cruijstraat daar nabij het huis van de pastoor. Ze woonde daar tot ze 21jaar oud was toen ze trouwde en in Dinther is gaan wonen. Het speelhuiske daar was toen afgebrand behalve de poortkamer aan de brug, waar toen de heer Thomas Versantvoirt sliep en zijn residentie had in het huis beneden voor de brug en dat de pastoor ook de percelen land etc. gebruikte en ook het hofje voor de poort zonder ooit anders te hebben gehoord. Ze weet ook dat de moeder van heer Thomas Versantvoirt bij hem woonde die men meestal *moeier Croon* noemde. Ook het benedenhuis voor de brug is op zeker moment afgebrand. Het *cackhuis* boven het water staande dat met stroo was gedekt bleef wel staan en de knecht kwam toen van de trap met het bed en zijn haren waren verbrand. Dat benedenhuis is nadien opgebouwd door heer Ariaen van Loon als opvolger van heer Thomas Versantvoirt. Ze heeft nooit gehoord dat enige prelaten van de abdij daar woonden of de grond gebruikten. Het speelhuis is daarna weer opgebouwd op de zelfde plek als voordien. Ze was toen een jonge dochter en woonde daar in de buurt en heeft zelf ook stenen helpen dragen en heeft meegewerkt nadat het speelhuis was opgemaakt en heer Adriaen van Loon daar is komen wonen. Heeft wel gezien dat de prelaat daar toen op bezoek kwam om te recreeren maar die heeft de pastoor nooit ergens over lastiggevallen.
heer Steven Guens, pastoor te Heeswijk, requirant
3. Marie dochter van Aert Ariens de Wit als weduwe van Henrick Henrick Celen, inwoonster van Dinther, oud ca. 63 jaar. Verklaring. Toen ze nog een jonge dochter was, is ze dienstmeid geweest bij haar heeroom, (broer van haar moeder) heer Arien van Loon pastoor te Heeswijk. Ze is daar ca. 12 en een half jaar in dienst geweest en heeft gezien dat de pastoor het speelhuis gebruikte men het benedenste huis, de strepen land daar en de beemd over de rivier de Aa, verder de bunders in de Boecxhove onder Heesch. Heeft ook gezien dat de prelaat van Bern daar vaak kwam om met diens dienaars te recreeren en dat ze de maaltijd aan de tafel van de pastoor gebruikten en dat elke maaltijd werd opgetekend en dat de prelaat dat later aan de pastoor betaalde. Haar heeroom had wel eens gezegd dat als de prelaat dat wilde *dan soude ik in het huis beneden de brug moeten gaan wonen*, maar de pastoor is verder nooit lastiggevallen over het gebruik van dat speelhuis etc. Actum 20 december 1607