Beste Arno, bedankt voor je reactie. In het boek ‘Facetten uit de historie van de gemeente Boxmeer en haar 11 dorpen’ van Herman Jan van Cuijk wordt Boxmeer veelvuldig aangeduid als een ‘Vrijheerlijkheid’ wat een synoniem is voor ‘baronie.’ Boxmeer is dus wel degelijk een baronie geweest, inderdaad aanvankelijk onder leiding van de graven van het Huis Bergh en later van de Hohenzollern graven. Van Cuijk zegt in het boek onder meer dat Boxmeer binnen het Heilig Duits-Roomse Rijk een geheel zelfstandige, eigenzinnige en uitermate katholieke koers vaart.
De inleiding van het archief van de schepenbank Boxmeer, dat in Grave aanwezig is, vertelt ons iets meer over de ‘baronie’ van Boxmeer: ‘De baronie van Boxmeer, bestaande uit de plaatsen Boxmeer en Sint-Anthonis, maakte oorspronkelijk deel uit van het Land van Cuijk. In 1308 komt zij voor het eerst als afzonderlijke heerlijkheid voor. Waarom zij van Cuijk is afgescheiden, is niet bekend. In het begin van de 16e eeuw kwam zij in het bezit van de graven Van den Bergh, in 1718 van de graven van Hohenzollern-Sigmaringen, die er tot aan de Franse bezetting in 1795 bezitters van zijn gebleven. De heerlijkheid is toen stilzwijgend opgeheven.’
Boxmeer is dus geregeerd door de verschillende graven, maar is volgens onze bronnen toch een aparte ‘heerlijkheid’ of ‘baronie’ geweest.