Bovendien organiseerde hij kerstvoorstellingen, met en voor kinderen in het patronaatsgebouw. Iedereen mocht natuurlijk komen kijken. Wat ik me later realiseerde, was dat het gemengd was. Dat kon in die tijd onder het toeziend
ook van de clerus eigenlijk niet. Maar ze hadden intussen pastoor van der Heijden ingeruild voor pastoor Swagemakers (Een heel ander caliber).
Ik was lid van een kinderzangkoortje "Steeds Beter", dat hij ook opgericht had. Soms gingen we zingen op bruiloften. We kregen dan na afloop een puntje taart. We hebben nog gezongen op zijn eigen bruiloft in Vierlinsbeek in 1946. We reden daar naar toe achter op een vrachtwagen, weet ik nog. Hij was onderwijzer van combinatieklas 3/4.
Tot mijn grote opluchting, mag ik wel zeggen. De grotere kinderen hadden
ons al een hele tijd bang gemaakt met afgrijselijke verhalen over zijn voorganger. Net eraan ontsnapt, dus. Tijdens een schoolreisje, door hem georganiseerd natuurlijk, waren we beland in de mergelgrotten in Limburg.
Een plaatselijke gids voerde ons door donkere gangen en vertelde ons
in het daar gebruikelijke accent iets spannends. Ik stond achteraan in de rij.
Toen hoorde ik meester Gijsen mompelen: Nou dat is niet waar".
Wij, achteraan, keken verbaasd om. Met een grijns op zijn gezicht fluisterde hij:
Ik ken hem; hij komt uit Haps!"