Bij de Catharinenberg in Oisterwijk bestond de sport voornamelijk uit wandelen. Op woensdagmiddag gingen zowat alle meisjes (in de hoogtijdagen 70 internen) in een lange sliert op weg met vooraan een non en achteraan ook nog een of twee. De meisjes die het goed konden vinden met de nonnen gingen gezellig voor- of achteraan lopen. Ik vond de nonnen stinken en snapte niet wat ik met ze zou moeten bespreken.
We wandelden langs de diverse vennen in Oisterwijk. Soms kwam er een stoet soldatenwagens langs: vrachtwagens met in de laadbak een hele berg jonge mannen in uniform. Er ging dan een enorm gejoel op.
Ik ging thuis iedere dag zwemmen maar dat was er op kostschool niet bij. Op een dag liepen we langs de vennen, ik had zo'n zin om te zwemmen dat ik gewoon in een ven sprong en ging zwemmen, met kleren en al. Natuurlijk werd er geschreeuwd en moest ik er uit komen. Er moest een kring om me heen gemaakt worden, ieder meisje moest iets uittrekken zodat ik droge kleren aan kon doen.
Fietsen hadden we ook niet maar toch moest er een fietstocht gemaakt worden. Vanaf de Catharinenberg over en naar de Kampina , waar een smal fietspad langs het heidegebied liep en loopt. Iedere interne leerling moest bij een externe leerling achterop. Vlak bij het huis van de boswachter ben ik met mijn benen tegen een paaltje gekomen en zeer hard gevallen. Ik werd naar het huis van de boswachter gebracht, de ziekenwagen en mijn ouders werden gebeld. Stapvoets reed de ziekenwagen over de zandpaden naar het Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg waar ik 10 dagen lag. Ik had een zware hersenschudding. Omdat mijn hele hoofd onder het bloed zat, dachten ze dat ik een schedelbasisfractuur had opgelopen, gelukkig was alleen de hoofdhuid kapot.
We mochten iedere dag als het niet regende in de grote tuin "spelen" er stond een schommel en zo. Echt iets wat je als puber wilt doen.
In de winter werd er ook wel eens geschaatst maar omdat mijn ouders mij alleen een paar oude onderbinders van mijn ooms gaven, heb ik het nooit echt onder de knie gekregen.
In een van de recreatiezalen stonden een pingpongtafel en een sjoelbak. Meer sportieve voorzieningen waren er niet.