Pastoor Muskens sprak bij de inzegening het volgende gebed uit, gepubliceerd in Haarens Klokje van 1 juli 1992:
Moeder Maria,
zie, we zijn met velen gekomen om u welkom te heten in ons midden.
We komen met muziek en zang, tromgeroffel en vendelgezwaai, oud en jong, blij en dankbaar.
We zijn met velen gekomen om u welkom te heten in ons midden.
Wij weten, dat gij altijd hier aanwezig zult zijn voor degenen, die toevallig passeren en voor degenen, die speciaal naar u toe komen om u te danken, te vragen, te smeken of zomaar, om even alleen te zijn met u.
We zijn daarom met velen gekomen om u welkom te heten in ons midden.
Wij weten, dat we nooit tevergeefs zullen komen, dat gij altijd luisterend hier zult zijn en dat wij bemoedigd en getroost dan weer verder zullen mogen gaan.
We zijn daarom met velen gekomen om u welkom te heten in ons midden.
Moeder Maria, wees ons nabij wanneer wij ons hopeloos klein voelen.
Deel met ons onze gevoelens van blijheid als het ons goed gaat.
Leid ons naar het goede spoor als wij de weg verliezen en wijs ons de Bron diep verborgen in onszelf.
Troost en bemoedig ons wanneer het leven ons zwaar valt en leer ons bidden.
Niet alleen voor onszelf maar ook voor de bedroefden en verdrukten, de hongerigen en zieken over de hele wereld.
Dan zal er vrede zijn in ons hart.
Maar ook, Moeder Maria, laat ons blije mensen zijn met oog voor al 't goede om ons heen.
Zo zullen we graag met velen bij u blijven komen, omdat gij het middelpunt van ons bestaan zijn geworden.