De naam Van Heijster roept bij mij ook herinneringen op. We woonden destijds aan de Hapseweg 9, vlak voor de spoorwegovergang, grenzend aan een kweeklocatie van de fa. Ebben en aan de andere kant van het spoor de uitspanning Burgerlust. Van Heijster kende ik als stukadoor en woonde ergens aan de Twaalf Hutten. OP een zaterdagavond, te voet op weg naar de kerk, liep Van Heijster met ons mee en liet ons onderweg de panden zien waar hij nog gewerkt had, o.a. het pand van de Oblaten aan de Grotestraat. Van Heijster hield wel van een borreltje en was na afloop van de kerkdienst nog ergens blijven hangen in cafés. Laat op de terugweg naar huis kroop hij onder de gesloten spoorwegovergang door en werd jammerlijk met fatale afloop gegrepen door een passerende trein. Dit moet ergens eind jaren 50 zijn gebeurd. Als jonge jongen van 10-12 jaar maakte deze gebeurtenis diepe en onuitwisbare indruk op me, omdat hij onderweg zo vlak voor zijn dood alle panden noemde waaraan hij nog gewerkt had.