‘Meske (mesje) piemelen’ heette dit in Sint-Oedenrode in de jaren ‘50.
Vanaf duim, vingertoppen, handpalm, handrug, elleboog, schouder, voorhoofd, borst en knie werd het mes met een sierlijke boog gelanceerd. Bij ‘af’ ging de tegenpartij verder met zijn/haar riedel.
Meer een spel voor jongens dan voor meisjes, moeders waren furieus als hun aardappelschilmes weer gebruikt was om te ‘piemelen’.