Hallo Marilou. Antwoord op Uw vraag van 27-02-2018-21,36 uur
Ik Frans de Rooij 09-06-1937 toen uit Hoeven,nu Oudenbosch. Mijn Vader was toen van horen,zien,zwijgen en oortjes en oogjes open en mondje dicht. Anders kreeg je een klets tegen het bolleke of holleke. Ik heb weinig gepraat maar wel geluisterd naar wat er allemaal werd gezegd. Er kwamen bij ons veel boeren, loondors bedrijven, transporteurs, machinehandelaren. Die hadden meestal allemaal te maken gehad met inkwartiering van soldaten en of stationering van militair materiaal. Die vertelde dan hun verhalen. Dan hing ik echt aan hun lippen voor nog meer verhalen. Bij ons op de werkplaats viel een granaat op 28-10-1944.Ook op de weg links van ons huis viel een granaat waarbij 3 doden te betreuren waren. Die heb ik alle nog gekend. Ook is toen de pastorie in Hoeven getroffen. Ook zijn die nacht de bruggen opgeblazen van de Kibbelvaart en Lokker Vaart. En ook op De Heul. Wij zaten toen in de molen bij Jan van Loon twee huizen voorbij onze werkplaats. De luchtdruk was toen goed te voelen in de molen. Vanuit de molen liep ik met mijn Vader mee naar huis om eten en melk te halen uit de kelder. Intussen kon je de granaten over horen suizen. Daarna zijn wij te voet gevlucht naar Sprundel. Via De Heul,de kapotte brug en Sint Willibrord. Onderweg kwamen wij tanks,auto,s en soldaten tegen en kapotte huizen,schuren,wegen,bomen. Tegen schemerdonker kwamen wij in Sprundel aan in de Waterstraat no-13. Nu De Kaasboerderij. Het pand staat er nog. Ik ben daar pas nog op bezoek geweest. Heel de Waterstraat stond toen vol met tanks,auto,s kanonnen,stapels mijnen,kisten met granaten,tenten,enz. Daar stonden toen de kanonnen opgesteld die op Standaardbuiten en Fijnaart schoten. Ik stond daar de gehele dag door het raam te kijken. Als dat kanon afgeschoten werd sprongen de ruiten. Daar heb ik mijn handen mee open gehaald. De soldaten sliepen tussen de koeien die toen al op stal stonden. Soms kwamen de soldaten in de keuken maar daar viel niet mee te praten want die kende geen Hoeves.Net na 1945 ging ik naar mijn Opa en Oma op Pindorp. Nu is dat Wouwse Plantage. In 1944 heb ik daar de tankval nog zien graven en na 1945 weer zien dempen. Daar is zijn boerderij in brand geschoten met al het vee nog op stal. Het paard is in de wei dood geschoten. Ook veel andere boerderijen in die buurt zijn afgebrand. Dat was tijdens zware gevechten zowat rond 25/27 Oktober 1944 bij Wouwse Plantage,Huibergen,Hoogerheide,Woensdrecht, de Mattemburg en Brabantse Wal. En dit allemaal om de Schelde en de Antwerpse haven. Daar zijn ruim 1100 Canadezen gesneuveld die begraven zijn te Bergen op Zoom. Toen de boerderij afbrandde zijn Opa en Oma door sloten naar de Tolbergsestraat 11 te Roosendaal gevlucht. Daar zijn ze ook weer moeten vluchten om dat daar per 02-12-1944 nog een V-I neerstortte. Er waren 17 mensen in de boerderij maar geen slachtoffers. Later zaten ze op een boerderij in de Watermolenstraat in Roosendaal. Mijn Opa had intussen een noodboerderijtje gekregen. Die was opgebouwd van tweedehands steen en houtwerk van andere panden. De zolderbalken kwamen uit de Wouwse Plantage die waren omgevallen door bommen en granaten. Daar werden dan de scherven uitgehaald om de bomen te kunnen zagen. Die werden gebruikt als zolderbalken. Ik ben in 2017 daar nog op bezoek geweest en de balken zijn nog in het pand. Ze vroegen wel waar die gaten vandaan kwamen. Ik zei dat daar scherven hadden gezeten. Op de boerderij van Opa ging ik helpen met varkens voeren,koeien in de wei laten,paard inspannen om te ploegen ,kippen voeren,eieren rapen. Als ik Zondags mee naar de kerk moest van Oma kwamen wij in een halve kerk. De rest was plat gegooid. Ook de toren was weg. Onderweg kwamen wij dan nog graven tegen van Duitsers en Canadese soldaten langs de kant van de weg op de velden met soms de geweren en helmen op de graven. Ja ,en die had ik nu graag in mijn verzameling willen hebben maar ik durfde er niet aan te komen maar mocht ook niet van mijn Oma. Ik heb een keer al mijn verzamelde en gevonden hulzen in de brandkuil moeten gooien. Nu is deze dicht en staat er een nieuw huis opgebouwd. Opa was een keer aan het ploegen en hij wist dat ik soldaten spul zocht en wees mij een plek waar wat kon liggen. Ik de riek gehaald op de boerderij en ik had prijs. Drie Duitse steelhandgranaten in een sloot bij een passeerdam. Nog niet ontploft. Janus Uitewiligen kwam aanrijden met kar en paard en gilde van op grote afstand om daar weg te gaan. Die kende het spul. Ik had door een handgranaat gestoken door de houten steel maar het koord niet geraakt. Anders had ik dit niet meer kunnen schrijven. De opruimingsdienst heeft later de granaten opgehaald. Ook vond ik geregeld patroonbanden met afgeschoten kogels. Ook granaathulzen en een Engelse helm met helmnet nog om en in nieuwstaat. Maar de Canadezen droegen ook Engelse helmen. De helm heb ik mee naar huis genomen`want die hoefde ik niet in de brandkuil te gooien. De boerderij stond toen in Heistraat 4 wat nu is Westelaarsestraat 66. Mijn verhaal is nog langer maar is voor een volgende keer. Groete,Frans.