Naar aanleiding van de reactie van Cees, heeft mijn collega Yvonne het volgende uitgezocht:
1. In een artikel van het Meertens Instituut legt hoogleraar historische taalkunde Nicoline van der Sijs uit dat er vijf mogelijke verklaringen zijn. De verklaring die hier mee speelt is deze: Rijken werden in de kerken begraven waarna de graven gingen stinken. Iedereen werd in de kerk begraven, de rijken het dichtst bij het altaar want dat was beter (en dus ook duurder) voor het zielenheil. Graven werden afgesloten met aarde en deksteen dus stankoverlast zou minimaal moeten zijn. In middeleeuwse teksten komt ‘rijke stinkerd’ of verwijzingen daarnaar niet voor. Van der Sijs zegt dat het woord ‘stinkend’ en vervoegingen gebruikt werden als versterkend bijwoord, dus de benadrukking van het onderwerp. Voorbeeld: zo schreef de bekende auteur Justus van Effen in 1734 over een man die stinkend veul van een vrouw hield. Stinkend is dus een bijvoeglijk naamwoord dat een letterlijke betekenis veranderd in een bijwoord met positief-versterkende betekenis.
http://www.meertens.knaw.nl/cms/nl/cms/nl/108-nieuwsbrief/vraag-van-de-maand/145021-vraag-van-mei-2016-rijke-stinkerd
https://historiek.net/stinkend-rijk-zijn-betekenis-herkomst/69489/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rijke_stinkerd
2. Er was inderdaad geen prefect in Tilburg. Tilburg viel onder het kanton ’s-Hertogenbosch, tevens hoofdstad van het departement Monden van de Rijn. Prefect werd benoemd voor het departement, onderprefecten voor de kantons. Zie Wikipedia voor uitleg.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Monden_van_de_Rijn In de inleiding bij de inventaris van de bestuursarchieven wordt dit ook uitgelegd maar Tilburg staat er niet expliciet bij vermeld.
3. Wij hebben geen andere informatie kunnen vinden dan dat Thomas van Dooren inderdaad in Tilburg is overleden en aldaar begraven is naast zijn vrouw. Dhr. Cees van Raak heeft daar ook een artikel over geschreven:
http://historietilburg.nl/wp-content/uploads/1998/Jaargang%2016%20-%201998%20-%20nummer%202.pdf
4. In het bovengenoemde artikel wordt een boek aangehaald: 'Uit het Dagboek van een Tilburger' van De Lelie en De Beer:, waarin wordt gesteld dat bij de begrafenis van zijn vrouw als eerste een lijkwagen is gebruikt. Ook in de tweede bron 'Handschrift van een Tilburger' wordt dit bevestigd