Het afval van Ovito, waar Toine het over had, werd door diverse mensen in Vlijmen opgehaald en in kachels opgestookt. Dat gaf, zoals je kunt verwachten, een vieze geur en vooral bij windstil en mistig weer hing die lucht, samen met alle op steenkool gestookte kachels, als een deken over het dorp. Ik woonde hemelsbreed op 100 tot 150 meter afstand van Ovito, maar ik heb geen herinnering aan vieze lucht. Wel bij leerlooierij van Wagenberg aan de Wolput/Achterstraat: als daar de looiputten opengingen, kwam er een vreselijke stank vrij.
Toine zet vraagtekens bij "Brood van" en "groente van". In de vijftiger en zestiger jaren waren er in Vlijmen vele bakkers, die allemaal brood aan huis bezorgden. Dat waren o.a. Bakkers Kees en Piet Vermeulen uit de Melie, Verdiesen ook uit die hoek, De Jong uit de Voorstraat, Pietje van Eggelen op de Wolput, een paar deuren verder bakkerij Van Halder, later overgenomen door iemand anders waarvan ik de naam even kwijt ben, dan Moantje van den Dungen op de Wolput (later vanaf 1962 bakker Sperber, waar ik mijn bijbaantje had op zaterdag). Groenten werden door veel mensen zelf verbouwd, maar een groentenboer was Gielbartje Hoorn en op de hoek van De Akker en het Plein zat een groentenwinkel waar nu restaurant De Kluis zit.
Het is eigenlijk raar te bedenken dat er inderdaad twee jongensscholen waren, de Herman-Jozefschool (in het oude fraterklooster) en de Aloysiusschool en dat die twee tegenover elkaar lagen, maar verder zelgfstandig waren, elk met een eigen hoofd der school, kin mijn tijd op de eerste meester Brands en op de laatste "Mister" Peters. Maar kennelijk was er toch ook wel samenwerking, want de eerste drie jaar zat ik op de Aloysiusschool, klassen 4 en 5 op de HJ school en de zesde klas weer op de Aloysius. Hoe dat nou zat, heb ik eigenlijk nooit kunnen achterhalen.
Hopelijk een leuke aanvulling voor je, Toine. Groeten van Jan de Groot (1950)