Beste mevr. Bruggeman,
ik denk dat ik het mischien al gevonden heb.
het gaat over een 17e eeuws kroniek.
https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/vught-in-jaartallen
In Den Bosch vindt een heftige jodenvervolging plaats. De 183 slachtoffers worden op de Vughtse hei levend verbrand. Dat althans vermeldt de 17e-eeuwse kroniek van het Sint-Geertruiklooster in Den Bosch.
Het letterlijke citaat uit deze kroniek luidt als volgt:
“In den jaere 1164 quamen hier oock wonen een menigte van joden, die haer woonsteden namen op een plaats, nu genoemt Achter het Wilt Vercken; deze joden, als sij daer eenige jaeren gewoont hadde doende haer neringe ende hanteringe, soo is het gebeurt, dat sij alle gelijck ten getalle van hondert ende drieëntachentich, soo mans als vrouwen, sijn bij de kop gevath om haer blasphemi tegen Godt, valsche handel ende lelijcke feijten, daer sij in overtuijgt ende bevonden sijn; soo sijn alle gecondemneert om op de Vuchtse hijde levendig verbrant te worden, ter plaetse dat men noch de Jodekerchoff noemt, niet verre van de galg.”
Gezien de stichtingsdatum van Den Bosch (1185/1191) en gezien het feit dat de aanwezigheid van Joden in de Nederlanden pas vanaf het einde van de dertiende eeuw is gedocumenteerd, zou het goed kunnen dat deze datum van 1164 op een verschrijving van de croniqueur berust.
Later (in de 18e eeuw) kiezen joodse inwoners van Den Bosch juist deze plek (het Wolvenbosch) als hun begraafplaats.
ik dank u toch zeer voor uw inzet.