In de Teresiaparochie werd het kerkblad "Contact" verspreid. Mijn moeder schreef daarin menig artikel. En ook ingezonden brieven. Nu greep ze daarbij wel eens boven haar macht, want veel moraal-theologische problemen die toch wel een zekere studie vereisen behandelde ze, fris van de lever, ten gronde. Ik denk dat dat overcompensatie was betreffende het gemis dat ze voelde doordat ze ná de lagere school in de Rotterdamse Robert Fruinstraat niet had mogen doorstuderen aan tenminste een MULO. Meer Uitgebreid Lager Onderwijs. Dat werd later, geloof ik, de MAVO. Ze had wel de zevende klas mogen doen. Ze kon dus in het Frans zeggen: "Is dat de hoed van vader? Neen, het is de gieter van de tuinbaas." Maar daar had ze in Strijp, de woonwijk van glasblazers bij Philips, niet veel aan. Die blaadjes heb ik nog. Want ik moest ze 's avonds ook bezorgen als kleine jongen. Dat pastoor De Beer er aanstoot aan nam dat mijn moeder zijn visie op de Koude Oorlog en de betekenis van het IJzeren Gordijn niet deelde en vond dat hij als geestelijke zich met dat soort geopolitieke vraagstukken niet hoorde te bemoeien, kan ik in het licht van die tijd wel begrijpen. Mijn vader die in schoolongevallenverzekeringen deed, kreeg er problemen mee, want de hoofden van de rooms-katholieke lagere scholen wensten geen zaken te doen met een vent die gehuwd was met een vrouw die opruide tegen het geestelijk gezag. Daar kwam ook thuis bonje van. Maar ja, die brieven heb ik nog. Koesteren doe ik ze niet, gelet op de echtelijke onmin die ze onbeoogd veroorzaakten, ook via het Strijps Weekblad. Aan de andere kant: overal is wat. Maar dan hoor ik het avondlijke gekijf in onze zitkamer weer. Waar mijn vader genadeloos uitserveerde dat HIJ het hoofd der echtvereniging was. Dat stond verdomme in het Burgerlijk Wetboek. Maar daar was moeder niet van onder de indruk.