Ik kreeg onderstaande mail van een Frater.
Op zijn minst één keer per jaar kwam de kippenziekte, de pseudovogelpest,
in het hele binnenland van de Basankusu streek. Nergens kon je medicijnen krijgen, behalve als ik naar Kinshasa ging.
Daar kocht ik wat entstof, deed het in een thermosfles met ijs en zo ging ik met het vliegtuig terug naar Basankusu.
Eenmaal thuis gekomen druppelde ik het medicijn op de ogen van onze eigen kippen en in de ogen van de kippen van de buren.
Geen enkele kip die gedruppeld was, ging dood. Maar zonder medicijnen, waren de kippen aan de heidenen overgeleverd.
In de hele streek gingen dan bij de dorpelingen alle kippen dood, behalve de kippen die op eieren zaten te broeden. Die mengden zich niet met de andere kippen en bleven dan gespaard. Als ik na die besmetting nog weinig hennetjes over had, maar er wel een of twee kippen wilden gaan broeden, dan ging ik eerst de eieren seksen.
Ik wilde dan dat het broedsel bijna uitsluitend hennetjes zou produceren om op de duur weer een groot aantal hennetjes te hebben.
Ik nam de voorradige eieren , één voor één, en hield een naald in een draad stil boven elk ei. Als de naald (het pendulum) rond begon te draaien, dan bevatte het ei een hennetje. Ging de naald recht op en neer als de slinger van een klok, dan bevatte het ei de vrucht van een haantje. De klus zo was gepiept.
Piet Korse.