Op 2 en 3 november 1944 bliezen de Duitsers tijdens hun aftocht de watertoren van respectievelijk Dinteloord en Fijnaart op. Beide torens waren ontworpen door Hendrik Sangster in 1925. Ze zouden na de bevrijding niet herbouwd worden. Voor deze torens kwam in 1952 de watertoren van Stampersgat in de plaats.
De verwoeste torens hadden ieder een reservoir van 250 m3. Dat was niet heel veel en na de oorlog was de vraag naar drinkwater juist sterk toegenomen. Om aan die vraag te kunnen voldoen, heeft de watertoren van Stampersgat dan ook een reservoir van maar liefst 900 m3.
De toren van Stampersgat werd ook hoger dan de torens die hij verving, zeker in aanmerking genomen dat de Stampersgatse toren op een dijk staat. Door die positie heeft de toren samen met de plaatselijke kerktoren lange tijd het silhouet van het dorp bepaald. Later zijn daar de hoge silo’s van de suikerfabriek aan de Noordzeedijk bijgekomen.
De toren in Stampersgat is ontworpen door de Roosendaalse architect J.M. Hurks. Hoewel Jacques Hurks (Vught 1890-1977 Roosendaal) zich voor de oorlog lang heeft laten inspireren door de stijl van de Amsterdamse School, bouwde hij na de tweede wereldoorlog een stuk soberder. Behalve de watertoren van Stampersgat ontwierp hij in dezelfde tijd ook die van Steenbergen. Het zijn eenvoudige, ronde bakstenen torens. Hoewel niet van zijn hand lijken de watertorens van Made, Zevenbergen en Almkerk erg veel op de torens van Hurks.
Als watertoren is de toren van Stampersgat niet meer in gebruik. Na jarenlange leegstand is er sinds 2009 een galerie in gevestigd, St. Art Gallery genaamd. Deze galerie werkt voor jonge, veelbelovende Street Art kunstenaars.
De verwoeste torens hadden ieder een reservoir van 250 m3. Dat was niet heel veel en na de oorlog was de vraag naar drinkwater juist sterk toegenomen. Om aan die vraag te kunnen voldoen, heeft de watertoren van Stampersgat dan ook een reservoir van maar liefst 900 m3.
De toren in Stampersgat is ontworpen door de Roosendaalse architect J.M. Hurks. Hoewel 
