
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Pokken zijn een zeer besmettelijke infectieziekte die door het variolavirus wordt verspreid. Het virus kan zich van mens tot mens via direct contact en indirect contact (geïnfecteerde aerosolen in de lucht) verspreiden. De eerste symptomen van een pokkenbesmetting zijn spier- en gewrichtspijn, vermoeidheid, hoge koorts, misselijkheid en braken. In deze beginfase van de ziekte is de patiënt het meest besmettelijk. Daarna ontstaat er een voor de pokken kenmerkende huiduitslag, die begint bij het hoofd en na korte tijd bedekt de uitslag het hele lichaam. Er bestaan twee varianten van het virus: Variola minor en Variola major, waarbij de laatste vorm het meest ernstig is en de meeste slachtoffers maakte. Maar wie de pokken overleeft blijft vervolgens imuun voor het virus.
Op basis van de gemeenteverslagen kan worden geconstateerd dat de pokken in de periode 1866-1906 nauwelijks voorkwamen in Oss, met uitzondering van één belangrijk jaar. In 1871 werd vrijwel geheel Nederland getroffen door een pokkenepidemie. Het waren vooral dichtbevolkte steden die zwaar werden getroffen, omdat het pokkenvirus zich simpelweg gemakkelijk verspreidde in deze gebieden, maar ook een ‘kleine stad’ als Oss werd aangedaan door de epidemie. In het gemeenteverslag over het jaar 1871 lezen we het volgende: “Gedurende het jaar zijn er 54 personen lijdende geweest aan pokken […], sedert september 1871 heeft die ziekte geheel opgehouden”. Op basis van de database met Osse Doodsoorzaken kan worden vastgesteld dat tijdens deze pokkenuitbraak vier mensen kwamen te overlijden, en dat waren niet enkel kinderen: Johanna Govers was 21 jaar en als dienstmeid werkzaam bij een gezin dat woonde in de wijk Ussen. Zij overleed op 24 januari aan de zogeheten “confluerende pokken”. Op hetzelfde adres was ook Martinus van der Heijden werkzaam als dienstknecht. Hij overleed ongeveer een maand later op 31-jarige leeftijd aan de “samenvloeijende pokken”. Buiten het jaar 1871 zijn overigens helemaal geen vermeldingen van pokken als doodsoorzaak te vinden. Wel vinden we in de gemeenteverslagen nog af en toe sporen van besmettingen met de pokken in Oss, vooral in de jaren rond 1900 toen volgens de verslagen de zogenoemde “gewijzigde pokken” met enige regelmaat in de stad werden geconstateerd.
Er bestaat geen concrete (medische) behandeling voor de pokken, behalve preventief vaccineren. Al in 1796 ontdekte de Britse plattelandsarts Edward Jenner een vaccin voor het pokkenvirus. Hij constateerde dat de melkmeisjes in de regio immuun waren voor de mensenpokken, maar wel de ‘ongevaarlijke’ koepokken konden krijgen. Dit koepokkenvirus is een verwant dierlijk virus met een mildere uitingsvorm. Jenner toonde aan dat het doormaken van de koepokken een mens levenslange bescherming tegen de pokken gaf en dus besloot hij om gezonde mensen in te enten met deze koepokstof. De term vaccineren is dan ook afgeleid van de Latijnse benaming voor het koepokkenvirus: vaccinia.
De pokkenvaccinatie was het eerste vaccin dat werd ontwikkeld en vervolgens op grote schaal in Europa werd toegediend. In Nederland werd de vaccinatie tegen pokken al in 1799 geïntroduceerd en in de vroege negentiende eeuw werd het verplicht voor schoolgaande kinderen en onderwijzers. Hierdoor daalde de pokkensterfte geleidelijk en kwamen epidemieën vanaf het begin van de negentiende eeuw steeds minder vaak voor. In de jaren 1870-1873 werd Nederland getroffen door zware pokkenuitbraken met meer dan 23.000 doden tot gevolg. Tijdens de epidemie werd door middel van de Wet op Besmettelijke Ziekten (1872) vaccinatie verplicht gesteld.
In de gemeenteverslagen van Oss werd nauwkeurig bijgehouden hoeveel pokkenvaccinaties er jaarlijks werden gezet. Er was toen nog geen vaststaande leeftijd waarop de vaccinatie werd toegediend, maar het waren volgens de verslagen wel voornamelijk kinderen tot en met de leeftijd van twaalf jaar oud. Als we kijken naar het aantal inentingen tegen de pokken springt wederom het jaar 1871 eruit. Tijdens deze pokkenepidemie in Oss – en heel Nederland – werden in totaal meer dan 1500 personen gevaccineerd. Een dankwoord aan de artsen was dan ook op zijn plaats: “Sedert het ontstaan der kinderziekte in januarij 1871 hebben de geneesheeren zich beijverd om de vaccinatiën […] te verrigten en hebben daarin met allen lof uitgemunt de geneesheer P. C. Wakkers en den heel- en verloskundige W. M. de Groot, waarvoor aan die heeren als eene erkentenis door den gemeenteraad elk een zilveren beker is ten geschenk gegeven.”
Nadeche Diepgrond is geboren in Oss en heeft geschiedenis gestudeerd. Ze heeft zowel haar bachelor als haar master (Geschiedenis & Actualiteit) afgerond aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Eerder was zij als student-assistent en junior onderzoeker verbonden aan het Amsterdamse Doodsoorzaken project. In 2023 deed zij onderzoek naar de geschiedenis van ziekte, gezondheid en sterfte in Oss in de periode 1866-1906 in het kader van het fellowship van het BHIC.
nadechediepgrond1998@gmail.com