Schepenen van Someren oorkonden dat Mariken Jansen, weduwe van Willem Frans Jan Lemmens, als vruchtgebruikster, en Jan en Gerardt, hun kinderen, verkocht hebben aan Thonis Huybert Roymans, hoevenaar van Postel, een stuk hooiland in Someren int Rompsel, strekkend vanaf goed van Postel tot aan de Brouckstraet.
Cornelis die men noemt van Ravesteyn, ruiter, verklaart betaald te zijn door heer Johan Sampeyn, abt van Floreffe, en Henrick van Eyck, meester van Postel, met vermelding dat er van zijn kant geen aanspraken meer volgen en dat hij bij verbreken van dit contract onwaardig is ruiter genoemd te worden. Met op zijn verzoek medebezegeling door Seetze Pijll, schout in het Land van Montfort, en Gherit van Meer, schout van Weerd(?).
Petrus Zijpe, pastoor van Hillegem, verklaart dat hij Johannes Buyl, regulier norbertijn van het klooster van de Heilige Maria van Sint-Maartensberg, in bezit gesteld heeft van de kerk van Strijpen, met als getuigen Johannes de Sento(?) en Johannes Gherets, leken. Gedaan in de kerk van Hillegem.
Filips II, koning van Spanje, vidimeert en bevestigt de oorkonde van Filips van Bourgondië, hertog van Brabant, van 21 oktober 1469.
Schepenen van Someren oorkonden dat Peter zoon van Goerdt Cuylmans verkocht heeft aan Thonis Huijberts Roijmans, hoevenaar van de heer proost en meester van Postel, een stuk hooiland in Someren int Romsel, gelegen aan goed van het godshuis en de Brouckstraet.
Peeter Blonde, rentmeester-generaal van Brabant, gecommitteerd tot het innen van de bede van 156.000 rijders, geeft kwijting aan de meester van Postel voor de som van 111 rijders en 7 stuivers voor de zesde en laatste termijn van kerstmis 1462.
Schepenen van Bladel oorkonden dat Heylwich Spoermans met haar voogd en haar zoon Jan verklaarden aan Jan Thijs, ondermeester van Postel, dat zij evenals hun ouders voor hen, gebruik maakten van een beemd met een aangelegen eeuwsel in Die Swartacker in Bladel, gelegen aan grond van Postel, toebehorend aan de hoeve van Nyeggen, voor een erfpacht van 16 lopen rogge.
Joannes Remigii, kanunnik in de kerk van Kamerijk, vicaris van heer Antonius Pernot, bisschop van Atrecht en aartsdiaken van Brussel in het bisdom Kamerijk, draagt op aan de deken van Aalst om Johannes Bule, geprofeste priester van het norbertijnenklooster Sint-Maartensberg, door de abt van dat klooster gepresenteerd als opvolger van frater Adrianus Charlier, pastoor van de Sint-Andreaskerk van Strijpen, bisdom Kamerijk, in het bezit van deze kerk te stellen. Gegeven te Kamerijk in het gebouw waarin hij gewoonlijk resideert.
Filips II, koning van Spanje, vidimeert en bevestigt de bevestiging van de privileges van het godshuis van Postel door aartshertog Filips de Schone, hertog van Brabant, van 10 december 1503, met daarin afschrift van de vroegere privileges aan Postel verleend door hertog Jan op 13 juni 1305, de bevestiging door hertogin Johanna van 29 juni 1378, deze van hertog Filips van 7 juni 1466 en die van Maximiliaan en Maria op 6 maart 1479 (n.s.).
Albert en Isabel Maria Eugenia, infante van Spanje, aartshertogen van Oostenrijk, hertogen van Brabant, bevelen de eerste deurwaarder van de Raad van Brabant op verzoek van de proost en andere religieuzen van Postel de desbetreffende beambten te laten publiceren dat de hertogen het klooster in bescherming nemen. Ondanks de uitspraak van de Raad van Brabant van 9 september 1617 over de wijziging in de halfjaarlijkse voedseluitdelingen bij het klooster, is de kloosterlingen onlangs geweld aangedaan, hetgeen ze willen voorkomen op de volgende datum waarop vroeger de uitdelingen plaatsvonden. Gegeven te Brussel.