Ermijt van Lunen en Wyllem Wyllemssoen, schepenen te Mill, oorkonden, dat heer Gerit van Lunen, priester en pastoor te Wanroij, aan zijn neef heer Anthonys van Lunen de bediening gegeven heeft van de kapel van Sint Hubert onder Mill.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Arnt Vogel en Katheryn e.l. een rente van 1½ malder rogge opgedragen hebben aan Floriss Kerstenssoen en Ytke e.l. en gevestigd op een ½ hollandse morgen land met huis en hof, gelegen te Wanroij naast de beek, met de ene en met de andere zijde naast het erf van Jacop Scoemeker, met het ene eind schietend op het land van Arnt Gheritz en met het andere eind op de straat.
Getransfigeerd.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Derick Janssoen van Oerle en Margrieta e.l. een rente van 1 malder rogge opgedragen hebben aan Aert Goessenssoen, te betalen op 0.L.Vrouwedag te lichtmis(2 februari) en gevestigd op 2 hollandse morgen land met een daarop staande timmering, gelegen te Wanroij,met de ene zijde naast het erf van Derick Lamberts en met de andere zijde naast het erf van Aert Broeckmans, met het ene eind schietend op het erf van Aert Gerits en met het andere eind op de gemene straat.
Getransfigeerd.
Schepenen te Mill oorkonden, dat juffer Ermgart, de dochter van wijlen Steven Jans, heeft opgedragen aan Jan Tycheler, H.Geestmeester en provisor te Grave, ten behoeve van het Graafse H.Geesthuis, een rente van 1 malcler rogge, die juffer Ermgart jaarlijks geldende had uit een te Wanroij opt Raetken gelegen stuk land; met drie schepenbrieven, die gewag maken van deze rente.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Jordaen Peterszoen en Lysbet, de dochter van Willem vanden Voirlaer, e.l.hebben opgedragen aan Gerit, de zoon van Deric Geritszoen, en Jutte Jordaens dochter vander Voirt e.l.een rente van 2 malder rogge, te betalen met de vier kerstheilige dagen en gevestigd op het gehele land van de opdragers te Wanroij in de Perrik, met de ene zijde naast het land van Deric vanden Voirlaer en met de andere zijde naast het land van Gerit vanden Boerle, schietend met het ene eind op de gemeynt en met het andere eind op het land van de kinderen van Heym vander Meer en Hadewieg e.l.
Getransfigeerd.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Hueb, de zoon van Derick sPapenzoen, en Lijsbet e.l.
hebben opgedragen aan Heijnricus Broegel, de zoon van Deric Broegel, een rente van
3 malder rogge, te betalen met Maria lichtmis (2 februari) en gevestigd op 5
hollandse morgen land te Wanroij, met de ene zijde naast het land van Art Smeets
en met de andere zijde naast het land van Jan vanden Aerle, schietend met het ene
eind op de gemeynt en met het andere eind op het Scudzochshuefke.
Getransfigeerd
Schepenen te Mill oorkonden, dat Heijnric Artssoen vanden Pedel en Lysbet e.l. hebben opgedragen aan Gerit Derics en Jutte, de dochter van Jordaen vander Voirt, e.l.een rente van 12 vat rogge, te betalen op O.L.Vrouwelichtmisdag (2 februari) en gevestigd op hun 1 1/2 hollandse morgen land te Wanroij bij den Aerle, met de ene zijde en met het ene eind naast het land van Lijsbet Heynrix en met de andere zijde naast de steeg, die ligt tussen voornoemde landen en het land van Jan vanden Aerle, en met het andere eind op de gemeynt in de richting van de Peel.
getransfigeerd.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Deric vanden Veurlaer en Hille e.l.hebben opgedragen aan Michgiel Janssoen en Bele e.l.een rente van 3 malder rogge, te betalen op O.L.Vrouwedag lichtmis (2 februari) en gaande uit hun land van 2 hollandse morgen te Wanroij in de Perk, met de ene zijde naast het land van Deric en Hille voornoemd en met de andere zijde naast het land van Ermgard Willems, met het ene eind schietend op de gemene straat en met het andere eind op de beek.
Getransfigeerd.
Schepenen van Mill oorkonden, dat Jacob Keelkenszoen en Trude e.l.hebben opgedragen aan Gherit, de zoon van Deric Gheenkenszoenieen rente van 2 malder roggelte betalen op O.L.Vrouwendag purificationis(2 februari) en gevestigd op 3 strepen land te Wanroij, waarvan:
a)2 strepen tussen het land van Abe, de zoon van Heyn Batenzoen, en het land van Gherit, de zoon van Vranck;
b)de derde streep, gelegen tussen het land van laatstgenoemde en met beide einden tussen de Lampelaarsehoeve en de gemeynt. Het schependomszegel van Mill zwaar beschadigd.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Jan van Kessel en Heylwich e.l.hebben opgedragen aan Roelof, H.Geestmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse Geesthuis, een rente van 2 malder rogge,te betalen op O.L.Vrouwedag Purificatio(2 februari) en gevestigd op goederen te Wanroij in de Lampelaarse hoeve en bestaande uit:
a)een stuk land, met de ene zijde naast de beemd van Jan vanden Pedel en met de andere zijde naast een weg,die over dat stuk land gaat, met het ene eind schietend op het land van Rutger, de stiefzoon van Art vanden Lampelaer en met het andere eind naast het land van Jan, de zoon van Heyn vanden Lampelaer;
b)opdragers beemd, gelegen met de ene zijde naast het land van voornoemde Jan vanden Pedel en met de andere zijde naast het land van Henric, de zoon van Heinric en met het ene eind op het land van Rutgher voornoemd.