Aangezien dit recht blijkens voornoemd artikel een gevolg is van een verbintenis en niet van een persoonlijke betrekking, schijnt het woord zakelijke overbodig. Dit woord vestigt er echter meer aandacht op, dat het voldoen dezer verbintenis niet verhaalbaar is aan de persoon van de schuldenaar, maar slechts aan een onroerend of het onroerende deel van diens vermogen.
Volgens het Romeinse recht konden ook roerende goederen in bezitloos onderpand worden gegeven. De soms moeilijke eerhaalbaarheid van het voldoen van verbintenissen aan zulke goederen deed echter de niet-Romeinse opvatting "Roerend goed heeft geen gevolg van hypotheek" op den duur ingang vinden. *
Volgens de Germaanse rechten behoefde, voor zover bekend, een schuldenaar niet met zijn gehele vermogen aansprakelijk te zijn voor het voldoen zijnder verbintenissen, wanneer dit bij het aangaan dezer verbintenissen niet uitdrukkelijk was bedongen. * Daarom hadden de vorderaars hier vóór de receptie van het Romeinse recht minder behoefte aan voornoemde voorrang. Bovendien werd de vestiging van hypotheken bemoeilijkt door het op Lukas 6: 35 berustende renteverbod. * De grondrenteverkoop, waarvan de koopsom niet teruggevorderd kon worden, maar de rente vooral sedert de 16e eeuw wel meestal kon worden afgekocht, was in Nederland dan ook gebruikelijker dan de hypotheek, voordat met voornoemd verbod ten gevolge van het aan de macht komen der Calvinisten geen rekening meer werd gehouden. * Desondanks valt het moeilijk uit te maken welke economisch-historische betekenis aan Nederlandse hypotheken moet worden toegekend, voordat de registratie van deze hypotheken verplicht werd gesteld.
Bovengenoemde taak bracht het bijhouden van de volgende stukken met zich mee: Voor de inning moesten agenda's van ter registrering aangeboden stukken met opgave van de verschuldigde rechten worden aangelegd en bijgehouden. * Bovendien moesten alfabetische indices worden aangelegd en bijgehouden op de eveneens aan te leggen en bij te houden repertoria op de akten van overschrijving en inschrijving volgens de namen van verkopers, kopers en andere recht-gevers en rechtverkrijgenden en van hypothecaire schuldenaars. * In deze repertoria wordt dus verwezen naar de registers van overschrijving van akten van eigendomsovergang en naar de registers van inschrijving van hypotheken. * Ten gevolge van die verwijzing bleek het minder gewenst verandering aan te brengen in de in inventarisnoten vermelde inkonsekwente nummering van de Bredase inschrijvingsregisters en Eindhovense overschrijvingsregisters. *
Krachtens het Koninklijke Besluit van 21 oktober 1957 no. 18 moeten de archieven van de Nederlandse hypotheekbewaarders uit het tijdvak 1811 - 1838 september in de rijksarchiefbewaarplaatsen worden bewaard. Ten gevolge van dit besluit werden de archieven van de hypotheekbewaarders te 's-Hertogenbosch, Eindhoven en Breda uit dit tijdvak respectievelijk in 1958, 1968 en 1969 aan de toenmalige rijksarchivarissen in Noord-Brabant overgedragen.
Behalve de ook in het Bossche hypotheekbewaardersarchief voorkomende stukkensoorten werden door de Bredase hypotheekbewaarder een register van schenking van onroerende goederen, twee registers van aankondiging van beslaglegging en twee registers van beslaglegging op onroerende goederen overgedragen en door de Eindhovense hypotheekbewaarder plaatselijke naamlijsten en andere bijlagen. Dit bovendien overgedragene werd na de ook in het Bossche archief voorkomende stukkensoorten beschreven. * Verder werden de inventarissen in de alfabetische volgorde van de standplaatsnamen der hypotheekbewaarders geplaatst.
J.A. ten Cate, ‘s-Hertogenbosch 1970