Notaris Johannes Gruyter oorkondt dat, in aanwezigheid van deken Petrus Crom en het kapittel van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, jonkvrouw Katherina, weduwe van Johannes Hoernkens, en haar zoon Gerardus, meester in de kunsten, inwoners van 's-Hertogenbosch, een vicarie of kapelanie gesticht hebben in de Sint-Jan aan een nog te bouwen altaar in het schip van de kerk achter de preekstoel aan de rechterzijde in zuidelijke richting, waar ze ook hun grafplaats kiezen, ter ere van de Heilige Drie-eenheid, de Maagd Maria en de heiligen Filippus, Anthonius en Agnes. De minstens 24-jarige rector moet wekelijks vier missen lezen, bij verwaarlozing waarvan hij boete moet betalen aan de schrijver, de koster en de roededrager van het kapittel. Hij moet de canonieke uren met het kapittel meevieren, voldoende geschoold zijn in de zangkunst, verwant zijn aan de stichters en geen ongeoorloofde omgang met vrouwen hebben. Na de dood van de stichters komt de collatie toe aan deken en kapittel en aan de bezitter van een kamp land in Meerwijk in Polsbroeck. Uit deze kamp komt een erfcijns toe aan deken en kapittel die hiervoor een jaargetijde moeten houden voor de twee stichters, Arnoldus Hoernkens en Gerardus de Eyck en zijn vrouw Heylwigis. Hiervan krijgt de plebaan of vicepastoor een deel om hun namen zondags af te lezen. Voor deze kapelanie schenken ze een deel van een erfcijns die heer Wilhelmus de Boxtel, ridder, zoon van heer Henricus de Boxtel, ridder, vroeger moest betalen uit goederen geheten Die Weyeboenre in de parochie Boxtel ter plaatse geheten Lyemderwalt tussen de gemeint van Sint-Oedenrode in oostelijke richting en de gemeint van Oirschot in westelijke richting, grenzend aan een zijde aan de gemeint van Liempde. Ze presenteren als eerste rector heer Theodericus Nobell, meester in de kunsten, die deken en kapittel zullen benoemen na wijding van het altaar. Gedaan in de kapittelzaal met als getuigen de notarissen Rutgerus de Arkel en Johannes Pels.
Notaris Johannes Gruyter oorkondt dat, in aanwezigheid van deken Petrus Crom en het kapittel van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, jonkvrouw Katherina, weduwe van Johannes Hoernkens, en haar zoon Gerardus, meester in de kunsten, inwoners van 's-Hertogenbosch, een vicarie of kapelanie gesticht hebben in de Sint-Jan aan een nog te bouwen altaar in het schip van de kerk achter de preekstoel aan de rechterzijde in zuidelijke richting, waar ze ook hun grafplaats kiezen, ter ere van de Heilige Drie-eenheid, de Maagd Maria en de heiligen Filippus, Anthonius en Agnes. De minstens 24-jarige rector moet wekelijks vier missen lezen, bij verwaarlozing waarvan hij boete moet betalen aan de schrijver, de koster en de roededrager van het kapittel. Hij moet de canonieke uren met het kapittel meevieren, voldoende geschoold zijn in de zangkunst, verwant zijn aan de stichters en geen ongeoorloofde omgang met vrouwen hebben. Na de dood van de stichters komt de collatie toe aan deken en kapittel en aan de bezitter van een kamp land in Meerwijk in Polsbroeck. Uit deze kamp komt een erfcijns toe aan deken en kapittel die hiervoor een jaargetijde moeten houden voor de twee stichters, Arnoldus Hoernkens en Gerardus de Eyck en zijn vrouw Heylwigis. Hiervan krijgt de plebaan of vicepastoor een deel om hun namen zondags af te lezen. Voor deze kapelanie schenken ze een deel van een erfcijns die heer Wilhelmus de Boxtel, ridder, zoon van heer Henricus de Boxtel, ridder, vroeger moest betalen uit goederen geheten Die Weyeboenre in de parochie Boxtel ter plaatse geheten Lyemderwalt tussen de gemeint van Sint-Oedenrode in oostelijke richting en de gemeint van Oirschot in westelijke richting, grenzend aan een zijde aan de gemeint van Liempde. Ze presenteren als eerste rector heer Theodericus Nobell, meester in de kunsten, die deken en kapittel zullen benoemen na wijding van het altaar. Gedaan in de kapittelzaal met als getuigen de notarissen Rutgerus de Arkel en Johannes Pels.