Notaris Wilhelmus Voerloe de Heze oorkondt dat meester Philippus de Spina, deken, meester Henricus de Molendino, Jacobus Hannen en heer Johannes Kuijsten, priesters en geprebendeerde kanunniken van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, namens het kapittel aan de ene kant, en meester Johannes van der Steghen en Theodoricus Arntssen, proosten en gezworen broeders, en meester Martinus de Greve, meester Goeswinus van der Steghen en Adrianus van Eynhouts, gezworen broeders van de Lieve Vrouwe Broederschap in de Sint-Jan, anderzijds, hun conflict over het ontslag en de indienstneming van de zangmeester en andere zaken als volgt bijgelegd hebben. Het kapittel had zich het recht aangemeten zonder overleg met de broederschap meester Gerardus de Hont, zangmeester van de choralen van de broederschap, te ontslaan en in zijn plaats heer Wilhelmus Creijt aan te nemen, priester van Breda. De broederschap had onlangs bij de zes choralen twee extra choralen aangenomen in plaats van een bovenzanger, terwijl ze als de vergoeding daarvoor aan het kapittel niet meer dan 34 karolusguden per jaar betaalden. De broederschap meende dat ze al genoeg bijdroeg. De ruzie was zo hoog opgelopen dat op Maria-Magdalena-avond de gezellen van de kapel door het kapittel ontslagen waren. Nu komen partijen overeen dat de gezellen weer in dienst genomen worden en dat de aangenomen zangmeester in dienst blijft, als eenmalige uitzondering. Mocht de zangmeester niet bevallen dat wordt hij in onderling overleg ontslagen en wordt gezamenlijk een nieuwe aangeworven. Het kapittel hoeft voortaan maar acht gezellen te onderhouden, waarbij de zangmeester en de choralen voor twee gezellen tellen, en daarbij twee basconters en twee hoogtenoren (onder wie Johannes Christiani alias Cabuyscole) en twee hoogconters. Onder deze acht personen zijn niet begrepen de twee priesters die als intoneerders dienst doen in de kapel van de broederschap. De zangers van deze zes stemmen zullen worden aangenomen op voordracht van de broederschap. Over de twee choralen die in plaats van de bovenzanger aangenomen waren, wordt afgesproken dat voortaan nog maar zes choralen in dienst zullen zijn tegen de oude vergoeding. Verder mogen alle tot nu toe gebruikelijke diensten in het koor van de broederschap doorgaan mits ze de diensten in het hoogkoor niet hinderen. Tijdens de vespers die het kapittel en de broederschap op bepaalde feestdagen ieder in hun eigen koor zingen, zal de broederschap voortaan van de zes choralen er drie krijgen en het kapittel van de zes gezellen er eveneens drie, van iedere stem Ć©Ć©n. Omdat de broederschap besloten heeft in haar koor de psalmen met 'hobergon' of contrapunten te zingen, moeten de drie choralen en de drie gezellen in het hoogkoor deze psalmen met contrapunten in het broederschapskoor helpen zingen. De broederschap zal jaarlijks de helft betalen van de tabbaarden van de zes choralen. Gedaan in de 'aula' van het woonhuis van de deken van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch met als getuigen heer Johannes Mathei de Leende, priester, en Mathias Adriani de Druenen, clericus.
Notaris Wilhelmus Voerloe de Heze oorkondt dat meester Philippus de Spina, deken, meester Henricus de Molendino, Jacobus Hannen en heer Johannes Kuijsten, priesters en geprebendeerde kanunniken van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, namens het kapittel aan de ene kant, en meester Johannes van der Steghen en Theodoricus Arntssen, proosten en gezworen broeders, en meester Martinus de Greve, meester Goeswinus van der Steghen en Adrianus van Eynhouts, gezworen broeders van de Lieve Vrouwe Broederschap in de Sint-Jan, anderzijds, hun conflict over het ontslag en de indienstneming van de zangmeester en andere zaken als volgt bijgelegd hebben. Het kapittel had zich het recht aangemeten zonder overleg met de broederschap meester Gerardus de Hont, zangmeester van de choralen van de broederschap, te ontslaan en in zijn plaats heer Wilhelmus Creijt aan te nemen, priester van Breda. De broederschap had onlangs bij de zes choralen twee extra choralen aangenomen in plaats van een bovenzanger, terwijl ze als de vergoeding daarvoor aan het kapittel niet meer dan 34 karolusguden per jaar betaalden. De broederschap meende dat ze al genoeg bijdroeg. De ruzie was zo hoog opgelopen dat op Maria-Magdalena-avond de gezellen van de kapel door het kapittel ontslagen waren. Nu komen partijen overeen dat de gezellen weer in dienst genomen worden en dat de aangenomen zangmeester in dienst blijft, als eenmalige uitzondering. Mocht de zangmeester niet bevallen dat wordt hij in onderling overleg ontslagen en wordt gezamenlijk een nieuwe aangeworven. Het kapittel hoeft voortaan maar acht gezellen te onderhouden, waarbij de zangmeester en de choralen voor twee gezellen tellen, en daarbij twee basconters en twee hoogtenoren (onder wie Johannes Christiani alias Cabuyscole) en twee hoogconters. Onder deze acht personen zijn niet begrepen de twee priesters die als intoneerders dienst doen in de kapel van de broederschap. De zangers van deze zes stemmen zullen worden aangenomen op voordracht van de broederschap. Over de twee choralen die in plaats van de bovenzanger aangenomen waren, wordt afgesproken dat voortaan nog maar zes choralen in dienst zullen zijn tegen de oude vergoeding. Verder mogen alle tot nu toe gebruikelijke diensten in het koor van de broederschap doorgaan mits ze de diensten in het hoogkoor niet hinderen. Tijdens de vespers die het kapittel en de broederschap op bepaalde feestdagen ieder in hun eigen koor zingen, zal de broederschap voortaan van de zes choralen er drie krijgen en het kapittel van de zes gezellen er eveneens drie, van iedere stem Ć©Ć©n. Omdat de broederschap besloten heeft in haar koor de psalmen met 'hobergon' of contrapunten te zingen, moeten de drie choralen en de drie gezellen in het hoogkoor deze psalmen met contrapunten in het broederschapskoor helpen zingen. De broederschap zal jaarlijks de helft betalen van de tabbaarden van de zes choralen. Gedaan in de 'aula' van het woonhuis van de deken van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch met als getuigen heer Johannes Mathei de Leende, priester, en Mathias Adriani de Druenen, clericus.