Deken en kapittel van de kerk van 's-Hertogenbosch oorkonden dat ze, na de splitsing in 1568 van de parochie van Sint-Jan in vijf parochies zonder instemming van het kapittel, dat het patronaatsrecht van de Sint-Jan bezit, nu akkoord gaan me deze opdeling onder de volgende voorwaarden: de Sint-Jan blijft de moederkerk van de kerk van Sint-Petrus en Paulus in de Orthenstraat, van de Sint-Jacobus bij de Windmolenberg, van de Sint-Catharina van de kruisheren en de Sint-Jacobus in Den Dungen; van alle vijf parochies worden de grenzen vastgelegd; de volgende beneficia worden opgeheven ten behoeve van de zielzorg: die op het altaar van Sint-Martinus achter koor (bezitter Johannes Dielen), boven van Sint-Petrus en Paulus (Jaspar Craen), van Sint-Jacobus bij de Windmolenberg (Petrus Ruyter), van Sint-Jacobus in Den Dungen (Johannes Wagemans) en van Sint-Barbara in de kapel van Sint-Georgius (Gerardus Broekelaer); ook ten behoeve van de zielzorg komen het derde deel van de tienden van Aalst, de door de Koning na confiscatie toegewezen huizen en andere inkomsten en de reguliere pastoorsinkomsten met enkele uitzonderingen; bovendien heffen ze in overleg met de bisschop de volgende beneficia op: aan de altaren van de Maagd Maria, boven, (bezitter Petrus Willemzoon), de Maagd Maria, beneden, (Fredericus Millen en Simon Verepaeus), Sint-Johannes de Doper, onder, (Joannes Dielen), Sint-Johanes de Evangelist (Embertus Hoppenbrouwer), de apostel Andreas (Christianus Schindelius), de evangelist Lucas (Henricus a Pascuis), Barbara, onder (Wilhelmus ab Achelen), de martelaren Crispinus en Crispinianus (Arnoldus Petri), en op het oxaal (Jacobus Huberti). Gedaan in de kapittelzaal met als getuigen de priesters Josephus de Nistelroij en Theodorus, zoon van Theodorus Gisberti.
Deken en kapittel van de kerk van 's-Hertogenbosch oorkonden dat ze, na de splitsing in 1568 van de parochie van Sint-Jan in vijf parochies zonder instemming van het kapittel, dat het patronaatsrecht van de Sint-Jan bezit, nu akkoord gaan me deze opdeling onder de volgende voorwaarden: de Sint-Jan blijft de moederkerk van de kerk van Sint-Petrus en Paulus in de Orthenstraat, van de Sint-Jacobus bij de Windmolenberg, van de Sint-Catharina van de kruisheren en de Sint-Jacobus in Den Dungen; van alle vijf parochies worden de grenzen vastgelegd; de volgende beneficia worden opgeheven ten behoeve van de zielzorg: die op het altaar van Sint-Martinus achter koor (bezitter Johannes Dielen), boven van Sint-Petrus en Paulus (Jaspar Craen), van Sint-Jacobus bij de Windmolenberg (Petrus Ruyter), van Sint-Jacobus in Den Dungen (Johannes Wagemans) en van Sint-Barbara in de kapel van Sint-Georgius (Gerardus Broekelaer); ook ten behoeve van de zielzorg komen het derde deel van de tienden van Aalst, de door de Koning na confiscatie toegewezen huizen en andere inkomsten en de reguliere pastoorsinkomsten met enkele uitzonderingen; bovendien heffen ze in overleg met de bisschop de volgende beneficia op: aan de altaren van de Maagd Maria, boven, (bezitter Petrus Willemzoon), de Maagd Maria, beneden, (Fredericus Millen en Simon Verepaeus), Sint-Johannes de Doper, onder, (Joannes Dielen), Sint-Johanes de Evangelist (Embertus Hoppenbrouwer), de apostel Andreas (Christianus Schindelius), de evangelist Lucas (Henricus a Pascuis), Barbara, onder (Wilhelmus ab Achelen), de martelaren Crispinus en Crispinianus (Arnoldus Petri), en op het oxaal (Jacobus Huberti). Gedaan in de kapittelzaal met als getuigen de priesters Josephus de Nistelroij en Theodorus, zoon van Theodorus Gisberti.