Het bestuur van de Stichting Vrouwensteunpunten Noord-Brabant besloot uiteindelijk om tot een samengaan te komen van de drie vrouwensteunpunten in de ‘Stichting Vrommes, bureau voor emancipatievraagstukken’. De drie regionale steunpunten verhuisden per 20 maart 1989 naar hun nieuwe pand aan de Postelstraat 77-79 te ’s-Hertogenbosch. Datzelfde jaar stonden meteen nieuwe veranderingen op de agenda. Provinciale Staten presenteerde in 1989 de Herstructurering Externe Instellingen (HEI-operatie) voor alle provinciale steunfunctie-instellingen op het terrein van Zorg en Welzijn. Alle steunfuncties werden herschikt naar zogenaamde categoriale instellingen. Er ontstonden provinciale instellingen op o.a. de terreinen Zorg, Jeugd en Welzijn & Educatie.
Vanaf januari 1990 maakte Vrommes deel uit van het decentralisatie-experiment van de Rijksoverheid. Een experimentele fase waarbij onderzocht werd welke plaats Vrommes als ontwikkelinstituut in kon nemen in de provinciale ondersteuningsstructuur. In dat kader werd Vrommes vanaf 1 juli 1990 gesubsidieerd door de provincie Noord-Brabant. In 1991 werden de contacten met de provincie geïntensiveerd en gestructureerd. De doelstelling van Vrommes was gefundeerd in de centrale beleidsdoelstelling van het emancipatiebeleid van de regering, zoals verwoord in het beleidsplan Emancipatie van 1985: ”het bevorderen van de huidige maatschappij, waarin het sekseverschil nog in zo’n grote mate is geïnstitutionaliseerd naar een pluriforme maatschappij, waarin ieder ongeacht sekse of burgerlijke staat de mogelijkheid heeft een zelfstandig bestaan te verwerven en waarin mannen en vrouwen gelijke rechten, kansen, vrijheden en verantwoordelijkheden kunnen realiseren”. Binnen dit kader stelde Vrommes zich ten doel: Het realiseren van evenredige deelname van vrouwen (als consument) aan het aanbod van maatschappelijke voorzieningen in Brabant.

Vrommes gaf een flinke impuls aan haar nieuwe taakstelling als ontwikkelingsorganisatie en richtte zich op drie doelgroepen:
•Autonome vrouwenbeweging
•De Overheid
•De maatschappelijke instellingen
De werkterreinen lagen op het terrein van vrouwenhulpverlening, provinciaal emancipatiebeleid, gemeentelijk emancipatiebeleid, oudere vrouwen, educatie en informatievoorziening.