Des anderdaghes na Sente-Jansdaghe Babtiste.
Schepenen van Hesewijc, Jan die Bye, Heinric Weygherganc, Didderic die Bever, Jan van der Verdonc, Hein Kamerlaer, Bever des sGeeszn en Ghibe Cortbuec, oorkonden, dat Gheerleec VerSoffien Stempelszn hun heeft meegedeeld, dat zijn pacht van de bij het kerkhof gelegen hofstede, die Art die Wever voor hem gedurende 15 jaar van de pastoor van Hesewijc, Jan van Lumel, tegen een cijns in gebruik gekregen had, thans geeindigd is, en dat hij een aan hem toebehorend huis op die hofstede, met goedkeuring van de pastoor ten behoeve van het klooster van Berne heeft verkocht aan broeder Gherit, uithofmeester van Bernese.
Des anderdaghes na Sente-Jansdaghe Babtiste.
Schepenen van Hesewijc, Jan die Bye, Heinric Weygherganc, Didderic die Bever, Jan van der Verdonc, Hein Kamerlaer, Bever des sGeeszn en Ghibe Cortbuec, oorkonden, dat Gheerleec VerSoffien Stempelszn hun heeft meegedeeld, dat zijn pacht van de bij het kerkhof gelegen hofstede, die Art die Wever voor hem gedurende 15 jaar van de pastoor van Hesewijc, Jan van Lumel, tegen een cijns in gebruik gekregen had, thans geeindigd is, en dat hij een aan hem toebehorend huis op die hofstede, met goedkeuring van de pastoor ten behoeve van het klooster van Berne heeft verkocht aan broeder Gherit, uithofmeester van Bernese.
b. Afschrift in G. van den Elsen, Ms. Heeswijk en Dinther, blz.145 (minder correct).
c. Getypte tekst in Map-Afschriften.